verbinden, versterken en vernieuwen

Begroting 2016

4.6 Personeelsgebonden lasten

4.6 Personeelsgebonden lasten

Inleiding
De personeelsgebonden lasten bestaan uit de directe (werkelijke) salarislasten, inclusief sociale lasten werkgever, verhoogd met de toelagen voor onder andere functiewaarderingscorrectie, garantietoelage, onregelmatigheidstoeslag, overwerk, medewerkerstoelagen conform CAO-bepalingen, inhuur van uitzendkrachten, externe deskundigheid, vervanging bij ziekte, reis- en verblijfkosten, onkostenvergoedingen, kosten voor vorming door opleiding en training.

Ontwikkelingen
De uitwerking van het formatieplan loopt niet parallel aan de ontwikkeling van de taakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord van het vorige college. Zie grafiek 'Hoofdlijnenakkoord ten opzichte van formatieplan' en onderstaande tabellen.

Formatieontwikkeling

taakstelling

Jaar

Hoofdlijnen-akkoord

Formatieplan

Ingroei verschil

2012

839

795

44

2013

823

787

36

2014

797

736

61

2015

778

774

4

2016

753

756,5

-3,5

2017

753

755,5

-2,5

2018

753

755,5

-2,5

2019

753

755,5

-2,5

Formatieontwikkeling 2012-2019

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Formatie (afgerond op halve en hele fte's)

Primitieve begroting

Begrotings-wijzigingen

Actuele begroting

Totaal formatie

795

787

736

724,5

49,5

774

756,5

755,5

755,5

755,5

Verdeling over de eenheden

Griffie

7

7

7

7

7

7

7

7

7

Directie

2

2

2

2

2

2

2

2

2

Bestuurs- en Concernzaken (BC)

72

72

72

70,5

3,5

74

73

73

73

73,5

Ruimte en Bereikbaarheid (RB)

73

74

74

74

9,5

83,5

83,5

83,5

84

84

Economie en Cultuur (EC)

48

52

53

54

3,5

57,5

47

47

47

47

Natuur en Milieu (NM)

72

71

69

68

7,5

75,5

56,5

56,5

56,5

57

Wegen en Kanalen (WK)

123

123

124

124

0,5

124,5

121

120,5

119,5

118

Publieke Dienstverlening (PD)

160

156

156

146,5

-6,5

140

143

143

143,5

143,5

Bedrijfsvoering (BV)

189

181

132

131,5

5

136,5

135,5

135,5

135,5

136

Project en Programma Management (PPM)

39

39

42

42

31,5

73,5

88

87,5

87,5

87,5

Kwaliteitsimpuls

10

10

5

5

-5

Hoofdlijnenakkoord (vorig college)

839

823

797

778

753

753

De aanpassing van het formatieplan in 2017 met 2,5 fte ten opzichte van de doelstelling uit het hoofdlijnenakkoord van het vorig college (753 fte Hoofdlijnenakkoord ten opzichte van 755,5 fte formatieplan) wordt veroorzaakt door:

2013: Uitbesteding van de catering en beveiliging.

-/-  7,0 fte

2014: Uitbesteding van een aantal bedrijfsvoeringsactiviteiten (personeel- en     
          salarisadministratie, ICT, inkoop en aanbestedingen) in een Shared Service         
          Centrum met de gemeente Zwolle en Kampen.

-/- 52,0 fte

2014: Structurele uitbreiding concernadvisering Planning & Control.

1,0 fte

2015: Transitie Dienst Landelijk Gebied.

46,0 fte

2015: Transitie WGR+ Regio Twente.

12,5 fte

2015: Formatie reductie als gevolg van de implementatie Regionale  
          Uitvoeringsdiensten.

-/-   8,0 fte

2016: Opheffing team bodem (uitwerking reorganisatie 2012).

-/-   5,0 fte

2016: Uitbreiding formatie voor de ontwikkelopgave Ecologische hoofdstructuur.

15,0 fte

Totaal een stijging van de formatie ten opzichte van het hoofdlijnenakkoord

2,5 fte

Ontwikkelopgave Ecologische hoofdstructuur / Natura2000

Overijssel staat voor de grote en ambitieuze opgave in het landelijk gebied om 24 Natura-2000 gebieden toekomstbestendig te maken. Daarmee bereiken we belangrijke natuurdoelen en creëren we tegelijkertijd ruimte voor economische ontwikkeling. De opgave vloeit voort uit de Natuurbeschermingswet en de Programmatische Aanpak Stikstof. Hierbij hebben we taken en verantwoordelijk gekregen die tot nu toe door het Rijk werden vervuld, dan wel tot nu toe niet in deze vorm bestonden (Programmatische Aanpak Stikstof). We streven in samenspraak met onze partners in Samen Werkt Beter, naar een resultaatgerichte en slagvaardige werkwijze. Tegelijkertijd willen we dat de werkwijze onze inwoners en ondernemers in de gebieden en partners maximaal de ruimte geeft mee te denken over oplossingen.

We hebben eind 2014 een analyse gemaakt van de benodigde extra capaciteit bovenop de bestaande inzet om deze opgave te realiseren. Twijnstra&Gudde heeft een contra-expertise gemaakt. Wij ramen deze extra inzet op 68 fte voor de komende acht jaar en daarna geleidelijk afbouwend naar 2032. Van die 68 fte is circa 45 fte ingevuld vanuit de bestaande organisatie (onder andere via de opheffing van Dienst Landelijk Gebied en overdracht van formatie aan de provincie). Dit betekent dat er nog circa 23 fte niet is ingevuld. De hiervoor benodigde middelen zijn onderdeel van het totaal budget ontwikkelopgave Ecologische Hoofdstructuur / Natura 2000. De vraag is hoe we deze personele inzet gaan invullen. Dit kan door externe inhuur, tijdelijke contracten of aanstelling in vaste dienst. Overweging hierbij is dat het een behoefte is voor een periode van minimaal acht jaar. Deels gaat het hierbij overigens om specialismen die niet gedurende de hele periode nodig zijn (circa 8 fte). Het ligt voor de hand voor deze laatste categorie te werken met externe inhuur of tijdelijke contracten.

Voort de resterende 15 fte geldt dat tijdelijke contracten (wettelijk gezien) geen soelaas bieden en vanuit goed werkgeverschap ook niet gewenst zijn. Externe inhuur (flexibiliteit), maar ook nadelen (hogere kosten en veel personele wisselingen die de continuïteit in de projecten bedreigen). We hebben uitgerekend dat over de looptijd van het programma de kosten van externe inhuur voor deze 15 fte circa € 5 miljoen extra bedragen ten opzichte van aanstelling in vaste dienst. We stellen voor de formatielimiet voor vaste bezetting met ingang van 1-1-2016 met 15 fte te verhogen tot 31-12-2023 en dit af te bouwen naar 0 in 2032.

Salarissen en personeelsgebonden kosten
In het onderstaande overzicht zijn de begrote bedragen voor de salarissen en personeelsgebonden kosten opgenomen voor 2016 en meerjarig 2017 tot en met 2019.

Salarissen en personeelsgebonden kosten

(x

€ 1.000)

Rekening

Primitieve Begroting

Begrotings- wijzigingen

Actuele Begroting

2014

2015

2015

2015

2016

2017

2018

2019

Salarislasten inclusief sociale lasten

52.975

52.467

2.841

55.308

55.630

55.770

55.769

55.769

Uitzendkrachten en externe deskundigheid

7.441

2.237

560

2.797

2.242

2.242

2.242

2.242

Overige gerelateerde personeelskosten*

-4.218

Subtotaal

56.198

54.704

3.401

58.105

57.872

58.012

58.011

58.011

Reis- en verblijfkosten

759

877

-40

837

844

844

844

844

Onkostenvergoedingen

35

45

0

45

44

44

44

44

Opleiding, studie, cursus, congressen

809

906

241

1.147

950

950

950

950

Overige kosten

138

90

100

190

231

90

90

90

Totaal

57.939

56.622

3.702

60.324

59.941

59.940

59.939

59.939

* Ontvangen uitkeringen en vergoeding detacheringen

Salarissen inclusief sociale lasten
Voor de indexering van de salariskosten is uitgegaan van de afgesloten CAO voor de periode 1 juni 2012 tot en met 31 december 2015. Onderdeel van de nieuwe CAO is onder andere een structurele salarisverhoging per 1 januari 2015 van 2% en per 1 juli 2015 van 1%. In de begroting is derhalve uitgegaan van een stijging van de salariskosten ten opzichte van 2014 van 2,5% voor 2015 en van 3% voor 2016.

De salariskosten, inclusief sociale lasten, stijgen in 2016 ten opzichte van de actuele begroting 2015 met € 0,3 miljoen (€ 55,6 miljoen in 2016 ten opzichte van € 55,3 miljoen in 2015). Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door:
Stijging:

  • Uitbreiding formatie voor de ontwikkelopgave Ecologische hoofdstructuur / Natura 2000 (15 fte / € 1,1 miljoen).
  • Transitie Dienst Landelijk Gebied, 2016 volledig jaar ten opzichte van 10 maanden in 2015 (€ 0,6 miljoen).
  • CAO-effect (€ 0,3 miljoen).

Daling:

  • Taakstelling bezuinigingsopdracht Hoofdlijnenakkoord vorige college (32 fte / € 2,0 miljoen).

Uitzendkrachten en externe deskundigheid
Het budget voor uitzendkrachten en externe deskundigheid in 2016 en volgende jaren is nagenoeg gelijk aan de primitieve begroting 2015. De daling in 2016 ten opzichte van de actuele begroting 2015 is het gevolg van de beëindiging van de tijdelijke extra inhuur voor de behandeling van de bezwaarschriften en de transitie Dienst Landelijk Gebied.

Vergoeding bestuursleden en overige kosten
Naast personeelsgebonden kosten kennen we ook salarissen / vergoedingen voor bestuurders van de provincie, kosten van voormalig personeel en enkele overige kosten. Deze kosten worden verantwoord binnen de kerntaak Kwaliteit openbaar bestuur en binnen de apparaatskosten van Bedrijfsvoering. Deze kosten maken geen deel uit van de personeelsgebonden kosten.

Vergoedingen bestuursleden en voormalig personeel

(x €

1.000)

Rekening

Begroting

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Vergoeding PS-leden

700

866

803

803

793

793

Vergoeding GS-leden, uitkeringen en pensioenen oud-leden

997

1051

1014

916

811

1081

Jaarwedde Commissaris van de Koning*

183

193

189

189

189

189

Voormalig personeel/seniorenbeleid

190

510

510

510

510

510

Salaris stagiaires

51

50

50

50

50

50

Bedrijfshulpverlening

32

52

52

52

52

52

Totaal

2.153

2.722

2.618

2.520

2.405

2.675

*De jaarwedde voor de Commissaris van de Koning bedraag € 189

De lasten in 2016 dalen ten opzichte 2015. Dit wordt veroorzaakt door incidentele extra kosten in 2015 als gevolg van de provinciale verkiezingen.

publicatiedatum 02-11-2015 10:30