4.5 Meerjarige uiteenzetting van de financiële positie
Onze financiën bestaan naast de exploitatie (zie de kerntaken en de paragrafen 4.2 tot en met 4.4) uit de balansposten. In deze paragraaf treft u voor de periode 2016 - 2019 ramingen van de balansposten aan.
4.5.1 Verwachte balansstanden
Activa | ( x € 1.000) | ||||
---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | Saldo 01-01 | Vermeerderingen | Verminderingen | Afschrijvingen | Saldo 31-12 |
Vaste activa | 1.624.286 | 50.114 | 220.657 | 21.831 | 1.431.912 |
Immateriële vaste activa | 28.000 | -194 | 9.901 | 18.293 | |
Materiële vaste activa | |||||
- investeringen met een economisch nut | 47.939 | 6.976 | 6.609 | 48.306 | |
- investeringen in de openbare ruimte met | 84.457 | 5.321 | 79.136 | ||
een maatschappelijk nut | |||||
Financiële vaste activa | |||||
- kapitaalverstrekkingen verbonden partijen | 11.575 | 11.575 | |||
- verstrekte leningen | 392.897 | 43.138 | 102.651 | 333.384 | |
- uitzettingen met een looptijd ≥ één jaar | 1.059.418 | 118.200 | 941.218 | ||
Vlottende activa | 438.556 | 38.344 | 53.451 | 423.449 | |
- Grond- en hulpstoffen, overig | 80.298 | 12.634 | 67.664 | ||
- Uitzettingen | 25.841 | 38.344 | 40.817 | 23.368 | |
- Overlopende activa | doeluitkeringen | 13.424 | 0 | 13.424 | ||
- Overige vlottende activa | 318.993 | 0 | 318.993 | ||
Totaal activa | 2.062.842 | 88.458 | 274.108 | 21.831 | 1.855.361 |
Passiva | ( x € 1.000) | ||||
---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | Saldo 01-01 | Vermeerderingen | Verminderingen | Rentetoevoeging | Saldo 31-12 |
Vaste Passiva | 1.562.134 | 472.745 | 516.281 | 441 | 1.519.039 |
Eigen vermogen | |||||
- algemene reserves | 747.915 | 226.800 | 231.160 | 743.555 | |
- bestemmingsreserves | 782.187 | 225.698 | 264.935 | 441 | 743.391 |
Voorzieningen | 32.024 | 20.247 | 20.186 | 32.085 | |
Leningen | 8 | 8 | |||
Vlottende passiva | 500.708 | 1.443 | 165.829 | 336.322 | |
- Overlopende passiva | doeluitkeringen | 73.616 | 1.443 | 1.432 | 73.627 | |
- Overige vlottende passiva | 427.092 | 164.397 | 262.695 | ||
Totaal passiva | 2.062.842 | 474.188 | 682.110 | 441 | 1.855.361 |
4.5.2 Immateriële vaste activa
Bij de aankopen van obligaties door onze vermogensbeheerders is door het verschil tussen de nominale rente en de marktrente meer (agio) of minder (disagio) betaald dan de nominale waarde van de obligatie. Gelet op de ‘buy-and-hold’ strategie van de provincie wordt over de agio gedurende de looptijd van de obligatie afgeschreven (uiteindelijk wordt slechts de nominale waarde ontvangen) en valt disagio in zijn geheel vrij bij afloop van de onderliggende obligatie. De jaarlijkse afschrijvingen en de vrijval van disagio vormen een correctie op de daadwerkelijk ontvangen rente.
Ultimo 2015 bestaat de post immateriële activa uit een bedrag van € 64,6 miljoen aan agio (waarop € 33,6 miljoen is afgeschreven) en € 3 miljoen aan disagio, per saldo een bedrag van € 28 miljoen.
In de periode 2016 - 2019 zal achtereenvolgens € 9,9 miljoen, € 7,3 miljoen, € 4,9 miljoen en € 3,5 miljoen op de agio worden afgeschreven. De vrijval van de disagio door afloop zal in dezelfde periode achtereenvolgens € 0,2 miljoen, € 0,1 miljoen, nihil en € 0,1 miljoen bedragen.
De immateriële vaste activa ultimo 2016 tot en met 2019 zullen daardoor achtereenvolgens € 18,3 miljoen, € 11 miljoen, € 6,1 miljoen en 2,7 miljoen bedragen.
4.5.3 Materiële vaste activa
( x | € 1.000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Saldo per | mutaties | 2016 | Saldo per | Saldo per | Saldo per | Saldo per | |
1 januari | Vermeer- | Vermin- | 31 decem- | 31 decem- | 31 decem- | 31 decem- | |
Investeringen | 2016 | deringen | deringen | ber 2016 | ber 2017 | ber 2018 | ber 2019 |
Kapitaaluitgaven | |||||||
Investeringen met een economisch nut | 136.158 | 6.976 | 143.134 | 152.201 | 159.360 | 166.857 | |
Woonruimten | 260 | 260 | 260 | 260 | 260 | ||
Bedrijfsgebouwen | 79.042 | 169 | 79.211 | 80.600 | 81.460 | 83.080 | |
Machines, apparaten en installaties | 55.170 | 6.807 | 61.977 | 69.655 | 75.583 | 81.447 | |
Overige materiële vaste activa | 1.686 | 1.686 | 1.686 | 2.057 | 2.070 | ||
Investeringen in de openbare ruimte met | |||||||
een maatschappelijk nut | 277.571 | 277.571 | 277.571 | 277.571 | 277.571 | ||
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken | 277.571 | 277.571 | 277.571 | 277.571 | 277.571 | ||
Totaal kapitaaluitgaven materiële vaste | 413.729 | 6.976 | 420.705 | 429.772 | 436.931 | 444.428 | |
activa | |||||||
Afschrijvingen | |||||||
Investeringen met een economisch nut | 88.219 | 6.609 | 94.828 | 101.535 | 109.706 | 119.226 | |
Woonruimten | 193 | 4 | 197 | 201 | 205 | 209 | |
Bedrijfsgebouwen | 44.193 | 2.174 | 46.367 | 48.523 | 50.739 | 53.000 | |
Machines, apparaten en installaties | 43.445 | 4.278 | 47.723 | 52.117 | 57.915 | 64.971 | |
Overige materiële vaste activa | 388 | 153 | 541 | 694 | 847 | 1.046 | |
Investeringen in de openbare ruimte | |||||||
met een maatschappelijk nut | 193.114 | 5.321 | 198.435 | 203.698 | 208.796 | 213.774 | |
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken | 193.114 | 5.321 | 198.435 | 203.698 | 208.796 | 213.774 | |
Totaal afschrijvingen materiële vaste activa | 281.333 | 11.930 | 293.263 | 305.233 | 318.502 | 333.000 | |
Boekwaarde | |||||||
Investeringen met een economisch nut | 47.939 | 6.976 | 6.609 | 48.306 | 50.666 | 49.654 | 47.631 |
Woonruimten | 67 | 4 | 63 | 59 | 55 | 51 | |
Bedrijfsgebouwen | 34.849 | 169 | 2.174 | 32.844 | 32.077 | 30.721 | 30.080 |
Machines, apparaten en installaties | 11.725 | 6.807 | 4.278 | 14.254 | 17.538 | 17.668 | 16.476 |
Overige materiële vaste activa | 1.298 | 153 | 1.145 | 992 | 1.210 | 1.024 | |
Investeringen in de openbare ruimte | |||||||
met een maatschappelijk nut | 84.457 | 5.321 | 79.136 | 73.873 | 68.775 | 63.797 | |
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken | 84.457 | 5.321 | 79.136 | 73.873 | 68.775 | 63.797 | |
Totaal boekwaarde materiële vaste activa | 132.396 | 6.976 | 11.930 | 127.442 | 124.539 | 118.429 | 111.428 |
4.5.4 Financiële vaste activa
Verloop en toelichting
De financiële vaste activa bestaan per 31 december 2016 uit:
• Kapitaalverstrekkingen verbonden partijen ad € 11,6 miljoen.
Dit bedrag heeft betrekking op de deelnemingen in Oost N.V. (€ 10,2 miljoen) en Enexis Holding
N.V. (€ 0,7 miljoen) en diverse overige deelnemingen (€ 0,7 miljoen).
• Verstrekte leningen ad € 333,4 miljoen.
Deze betreffen de leningen aan het Energiefonds Overijssel B.V. (€ 151 miljoen), de bruglening
aan Vordering op Enexis B.V. (€ 65,5 miljoen), de achtergestelde leningen aan Enexis
Holding N.V. (€ 39,3 miljoen) en Vitens N.V. (€ 8,1 miljoen) en SVn voor verstrekte starters- en energieleningen (€ 59,3 miljoen) en diverse overige leningen (€ 10,2 miljoen).
• Uitzettingen met een looptijd van langer dan of gelijk aan één jaar.
Op basis van de geraamde afloop binnen de obligatieportefeuilles wordt verwacht dat per
ultimo 2016 circa € 941,2 miljoen langlopend bij vermogensbeheerders uitgezet is.
Investeringskredieten
In de periode 2016 - 2019 verwachten wij voor achtereenvolgens € 43,1 miljoen, € 9,9 miljoen, € 9,8 miljoen en € 8,7 miljoen aan leningen te verstrekken. Dit betreft de volgende posten.
• Aan het Energiefonds Overijssel: respectievelijk € 40 miljoen en 3 maal € 7,5 miljoen.
• Aan het Innovatiefonds Overijssel: respectievelijk € 3,1 miljoen, € 2,4 miljoen, € 2,3 miljoen en € 1,2 miljoen.
Voor de verstrekte leningen aan het Innovatiefonds Overijssel wordt in 2016 tevens een voorziening gevormd. Vanaf 2017 betreffen de nieuwe leningen aan het Innovatiefonds het revolverend inzetten van de aflossingen in het betreffende jaar, waardoor geen aanvulling van de voorziening meer benodigd zal zijn.
4.5.5 Vlottende activa
Onder deze categorie zijn slechts de posten van de vlottende activa meegenomen die een voorspelbaar karakter kennen. Het betreft de voorraad gronden en de uitzettingen.
Voorraden
De verwachte grondvoorraad ultimo 2016 bedraagt € 67,7 miljoen, € 44,8 miljoen aan EHS-gronden, € 20,2 miljoen aan gronden voor IJsseldelta-Zuid en € 2,7 miljoen aan gronden voor de N340 / N377 / N48. In 2016 worden geen grondaankopen verwacht. Wel wordt verwacht in 2016 voor € 12,6 miljoen aan gronden te kunnen vervreemden.
Uitzettingen
Ultimo 2016 wordt verwacht dat er nog € 23,4 miljoen aan opgebouwde rente te ontvangen is. In 2016 zal een bedrag van € 38,3 miljoen aan rente binnen deze post worden opgebouwd (en € 40,8 miljoen aan couponrente worden ontvangen), maar dit gaat niet gepaard met een uitgaande geldstroom. Hierdoor is er geen sprake van een krediet.
4.5.6 Eigen vermogen
(x € 1.000) | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
mutaties | 2016 | |||||||
Saldo per | Saldo per | Saldo per | Saldo per | Saldo per | ||||
1 januari | Rente | 31 december | 31 december | 31 december | 31 december | |||
Naam van de reserve | 2016 | storting | 0,20% | onttrekking | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Algemene reserves | ||||||||
Algemene risicoreserve | 42.969 | 26.542 | 69.511 | 69.511 | 69.511 | 69.511 | ||
Algemene reserve | 122.696 | 102.025 | 20.671 | 17.671 | 17.671 | 17.671 | ||
Algemene reserve Kwaliteit van Overijssel | 68.572 | 194.340 | 30.537 | 232.375 | 246.540 | 260.715 | 277.635 | |
Algemene reserve grondzaken | 78.212 | 4.818 | 10.000 | 73.030 | 70.209 | 67.243 | 64.257 | |
Algemene reserve egalisatie plafond BCF | 1.100 | 1.100 | 2.200 | 3.300 | 4.400 | 5.500 | ||
Algemene financieringsreserve | 434.366 | 88.598 | 345.768 | 345.114 | 344.344 | 343.555 | ||
Totaal algemene reserves | 747.915 | 226.800 | 231.160 | 743.555 | 752.345 | 763.884 | 778.129 | |
Bestemmingsreserves | ||||||||
Reserve Europese programma's | 11.692 | 26.174 | 23 | 4.034 | 33.855 | 33.863 | 33.871 | 33.879 |
Reserve Reconstructie | 166 | 168 | -2 | -2 | -2 | -2 | ||
Reserve provinciale infrastructuur | 21.728 | 246 | 9.712 | 12.262 | 5.056 | 2.543 | 2.661 | |
Reserve waterwegen | 3.831 | 172 | 4.003 | 4.183 | 4.371 | 4.568 | ||
Egalisatiereserve ILG | 5 | 5 | 5 | 5 | 5 | |||
Reserve startersleningen | 20 | 20 | 20 | 20 | 20 | |||
Reserve energiebesparing | 3.257 | 2.450 | 807 | 807 | 807 | 807 | ||
Reserve herstructurering bedrijventerreinen | 9.555 | 9.555 | 9.555 | 9.555 | 9.555 | |||
Reserve bodemsanering | 29.589 | 7.193 | 4.807 | 31.975 | 34.150 | 35.256 | 36.362 | |
Reserve ISV-3 | 39 | 39 | 39 | 39 | 39 | |||
Reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel | 503.538 | 36.719 | 95.352 | 444.905 | 371.817 | 356.478 | 339.010 | |
Reserve Energiefonds Overijssel | 27 | 27 | 27 | 27 | 27 | |||
Uitvoeringsreserve EHS | 183.545 | 75.250 | 67.553 | 191.242 | 180.054 | 144.756 | 115.136 | |
Reserve risicoreservering RBT | 5.700 | 5.700 | 5.700 | 5.700 | 5.700 | |||
Reserve afrekening pMJP/ILG | 9.495 | 498 | 8.997 | 8.817 | 8.637 | 8.637 | ||
Reserve Verkeer en Vervoer | 80.362 | 80.361 | 1 | 10.211 | 11.445 | 11.754 | ||
Totaal bestemmingsreserves | 782.187 | 225.698 | 441 | 264.935 | 743.391 | 664.302 | 613.508 | 568.158 |
Totaal reserves | 1.530.102 | 452.498 | 441 | 496.095 | 1.486.946 | 1.416.647 | 1.377.392 | 1.346.287 |
Algemene risicoreserve
Soort | Algemene reserve (incl. risicoreserve). |
Ingesteld op | Besluit PS/1989 van Provinciale Staten van Overijssel in 1989 betreffende ‘Uitgangspunten voor het te voeren reserve- en afschrijvingsbeleid en ontwikkeling rente zwevend geld’. Bij besluit van 18 februari 2015, kenmerk PS/2014/1051, is de naam van deze reserve gewijzigd van 'Saldireserve' in 'Algemene risicoreserve'. |
Doel | Deze reserve vervult een belangrijke functie als buffer, om tegenvallers en risico’s op te kunnen vangen. In minder gunstige tijden kan deze gebruikt worden, of om een zekere continuïteit in het beleid te kunnen waarborgen, of om de mogelijkheid te hebben geleidelijk het bestaande beleid om te buigen. |
Specifieke spelregels | De reserve behoort tot de algemene middelen. Aanwending is (binnen het doel van risicobuffer) voorbehouden aan Provinciale Staten. |
Verwachte einddatum | N.v.t. |
Bestedingsplan | Nee. Gelet op doel en spelregels van de reserve n.v.t. |
Vrije ruimte | N.v.t. |
Onderdeel weerstandsvermogen | € 42.969.000. Gelet op doel en spelregels van de reserve behoort het volledige saldo tot de beschikbare weerstandscapaciteit. |
Toelichting | Het saldo bedroeg vanaf de Monitor Overijssel 2013-I € 38 miljoen. Bij de besluitvorming over het Statenvoorstel "Optimale inrichting provinciale financiën", kenmerk PS/2014/1051, zijn in 2015 twee risico-oormerkingen van totaal € 5 miljoen uit de Algemene reserve overgeheveld naar deze reserve. In 2016 worden toevoegingen voorzien van totaal € 26,5 miljoen voor de risico's samenhangend met de te verstrekken garantstellingen voor breedband (toevoeging € 25,5 miljoen) en uitvoering van het Actieplan "Twente werkt!" (toevoeging € 1 miljoen). Het saldo wordt nader toegelicht in paragraaf 3.2 Weerstandsvermogen. |
Algemene reserve
Soort | Algemene reserve (inclusief risicoreserve). |
Ingesteld op | Besluit PS/2002/26 van Provinciale Staten van Overijssel op 14 mei 2002. Bij besluit van 18 februari 2015, kenmerk PS/2014/1051, is de naam van deze reserve gewijzigd van 'Algemene dekkingsreserve' in 'Algemene reserve'. |
Doel | Tijdelijke afstorting van overschotten en reserveringen. |
Specifieke spelregels | N.v.t. |
Verwachte einddatum | N.v.t. |
Bestedingsplan | Nee. Gelet op doel en spelregels n.v.t. |
Vrije ruimte | € 5.681.000 per ultimo 2016 |
Onderdeel weerstandsvermogen | Nihil |
Toelichting | De stand van reserve neemt af van € 122,7 miljoen per 1 januari 2016 naar € 17,7 miljoen per ultimo 2019; een daling van € 105 miljoen. De onttrekkingen zijn bedoeld voor de financiering van de aanvullende investeringen uit het coalitieakkoord "Overijssel werkt!" (2016; € 100,9 miljoen), het budgettair effect van de Monitor Overijssel 2015-I (2016; € 1,1 miljoen) en een verschuiving over de jaren (2017; € 3 miljoen). De reserve bevat twee oormerkingen: € 10 miljoen bedoeld voor de Statenperiode 2019 - 2023 en € 2 miljoen bedoeld voor toekomstige besluitvorming over prestatie 4.6.1. "A1". |
Algemene reserve Kwaliteit van Overijssel
Soort | Algemene reserve (inclusief risicoreserve). |
Ingesteld op | Besluit PS/2011/426 van Provinciale Staten van Overijssel op 13 juli 2011. Bij besluit van 18 februari 2015, kenmerk PS/2014/1051, is de naam van deze reserve gewijzigd van ' reserve Kracht van Overijssel' in 'algemene reserve Kracht van Overijssel'. |
Doel | De middelen voor de investeringsimpuls als bepaald in het Hoofdlijnenakkoord 2011 - 2015, alsmede de aanvullende investeringsimpuls als bepaald in het Coalitieakkoord 'Overijssel werkt!', worden door Provinciale Staten gereserveerd in een algemene reserve ‘Kwaliteit van Overijssel’. De reguliere bevoegdheden voor deze reserve liggen bij Provinciale Staten. Voor de investeringsfasen ‘toelating’, ‘verkenning’ en ‘planvorming’ worden hieruit door Provinciale Staten voorbereidingsbudgetten beschikbaar gesteld. Indien Provinciale Staten besluiten een investering over te hevelen naar de ‘realisatiefase’, besluiten Provinciale Staten tevens de hiervoor benodigde middelen over te hevelen naar de reserve ‘uitvoering Kracht van Overijssel’. |
Specifieke spelregels | De spelregels maken onderdeel uit van het begrotingswijzigingenbeleid. |
Verwachte einddatum | Geen einddatum aangegeven |
Bestedingsplan | Nee. Uit deze reserve worden geen bestedingen gefinancierd. Onttrekkingen aan deze reserve worden gestort in of de reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel of de Algemene reserve. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Het totale investeringsvolume bedraagt bij deze begroting € 1.616 miljoen. Deze middelen worden aan de reserve toegevoegd uit de Algemene reserve en de saldi in de jaarschijven. Uit deze reserve worden slechts bedragen onttrokken door seperate besluitvorming in Provinciale Staten voor zover er voor de projecten binnen Kwaliteit van Overijssel voorbereidingsbudgetten of realisatiebudgetten benodigd zijn. |
Algemene reserve grondzaken
Soort | Algemene reserve. |
Ingesteld op | Besluit PS/2012/275 van Provinciale Staten van Overijssel op 11 juli 2012. |
Doel | Afdekken van het risico dat gepaard gaat met grondbezit voorzover dit buiten de projectbegrenzing ligt. |
Specifieke spelregels | Door het instellen van een aparte reserve voor gronden worden de risico’s van gronden gescheiden van de financiële huishouding voor de overige provinciale taken. In de Algemene Reserve Grondzaken (ARG) worden de risico’s die gerelateerd zijn aan grondbezit afgedekt. De ARG maakt het mogelijk om éénduidig risico’s te beheersen die gepaard gaan met het provinciale grondbezit. De volgende risico´s zijn daarin het meest bepalend: • Risico waardeontwikkeling ten opzichte van inbrengwaarde (positief als negatief). • Risico tijdelijke exploitatie (Verliesgevende tijdelijke exploitatie leidt tot verliezen in de Voorraadrekening Gronden). • Risico tijd (langer tijdelijk exploiteren en beheer). |
Verwachte einddatum | Geen einddatum aangegeven. |
Bestedingsplan | Ja |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | In de ILG periode 2007-2013 heeft de provincie Overijssel met rijksmiddelen in totaal € 90 miljoen aan gronden verworven. De ILG nieuw gronden worden, samen met ILG oud gronden, ingezet als dekking van de juridische verplichtingen verwerving en inrichting EHS (grond voor grond) en de Ontwikkelopgave Ecologische Hoofdstructuur (EHS) / Natura 2000. De beschikbare middelen ad € 90 miljoen voor ILG nieuw gronden zijn conform besluitvorming bij de monitor 2013-II toegevoegd aan de Algemene Reserve Grondzaken (ARG). Daarnaast wordt vanaf 2014 de opbrengst ILG oud gestort in de ARG, voor 2016 is hiervoor een bedrag van € 4,8 miljoen geraamd, de jaren daarna achtereenvolgens € 7,2 miljoen, € 7 miljoen en € 7 miljoen. Bij verkoop en doorleveringen van de gronden worden de inkomsten, conform het Statenvoorstel (PS/2013/412) Samen verder aan de slag met de EHS, onttrokken uit de ARG en gestort in de uitvoeringsreserve EHS. Bij de begroting 2015 is hiervoor jaarlijks, vanaf 2015, een bedrag begroot van € 10 miljoen. Daarnaast wordt ook het saldo op tijdelijk beheer jaarlijks toegevoegd c.q. onttrokken aan de algemene reserve grondzaken. |
Algemene reserve egalisatie plafond BCF
Soort | Algemene reserve. |
Ingesteld op | Deze reserve is ingesteld bij de Kerntakenbegroting 2015 (PS/2014/714). Bij besluit van 18 februari 2015, kenmerk PS/2014/1051, is de naam van deze reserve gewijzigd van 'Egalisatiereserve BCF' in 'Algemene reserve egalisatie plafond BCF'. |
Doel | Egalisatie van de mutaties in het provinciefonds als gevolg van het onder- of overschrijden van het plafond in het BTW-compensatiefonds. |
Specifieke spelregels | - Toevoegingen en onttrekkingen volgen het betreffende onderdeel in de algemene uitkering in het provinciefonds. - De toevoegingen en onttrekkingen volgen het structurele karakter van de algemene uitkering. |
Verwachte einddatum | Geen einddatum aangegeven. |
Bestedingsplan | - |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | In de meicirculaire 2015 is het aandeel van Overijssel in de onderschrijding van het plafond in 2015 gesteld op € 1,1 miljoen. Dit is niet gewijzigd ten opzichte van de septembercirculaire 2014. De mutaties uit de septembercirculaire zijn meerjarig reeds verwerkt bij de Monitor Overijssel 2014-II. Bij de Begroting 2016 vindt dus geen aanpassing plaats. De structurele toevoeging blijft € 1,1 miljoen. |
Algemene financieringsreserve
Soort | Algemene reserve. |
Ingesteld op | Ingesteld bij de Perspectiefnota 2015 (PS/2014/340). |
Doel | • Zekerstellen van de financiering van daartoe aangewezen activa. • Voorkomen van een noodzaak tot het aantrekken van vreemd vermogen voor deze activa en daarmee samenhangende structurele financieringslasten. |
Specifieke spelregels | Toevoegingen worden gedekt uit onttrekkingen aan reserves, voorzieningen, bestaande budgetten, batige saldi in de begroting; dit alles ter afweging door Provinciale Staten. Onttrekkingen vinden alleen plaats voor duurzame waardeverminderingen of betreffen vrijval doordat het gefinancierde actief afgeschreven, afgelost of vervreemd is. Het plafond is het totaal van de voor vaste activa maximaal beschikbaar gestelde kredieten. In de reserve wordt een onderscheid gemaakt tussen het deel dat daadwerkelijk gebruikt wordt voor financiering van activa en het deel waarvoor nog activa aangetrokken zal worden. |
Verwachte einddatum | Geen einddatum aangegeven. Totdat alle met deze reserve gefinancierde activa zijn afgestoten, volledig afgeschreven of volledig zijn voorzien. |
Bestedingsplan | N.v.t. |
Vrije ruimte | € - |
Onderdeel weerstandsvermogen | € 50.000.000 |
Toelichting | Ultimo 2016 bedraagt de stand van de reserve € 345,8 miljoen. Deze stand is bedoeld voor de volgende activa: Deelneming Energiefonds 200.000 Deelneming Innovatiefonds 418 Deelneming Oost N.V. 10.234 Voorfinanciering A1 50.000 Voorfinanciering N35 5.000 Breedbandfonds 96 Deelneming BNG 199 Deelneming Vitens 91 Participatie Zuiderzeehaven 908 Deelneming Enexis 707 Deelneming Vordering op Enexis 19 Deelneming PBE 19 Deelneming CBL 47 Deelneming CSV 19 Lening energiebesparing Enschede 4.000 SVn startersleningen 25.649 SVn energieleningen 34.062 SVn MKB-energieleningen 8.000 Lening verplaatsing Stork 6.300 De onttrekkingen in 2016 hebben betrekking op de heroverwegingen van het Energiefonds (€ 50 miljoen) en het Breedbandfonds (33,9 miljoen), de geraamde toevoeging aan de Voorziening deelneming Innovatiefonds (€ 1,2 miljoen) en de verwachte aflossingen van de starters- en energieleningen (€ 3,5 miljoen). Meerjarig betreffen de onttrekkingen de verwachte aflossingen van de startersleningen. De bedragen voor het Energiefonds, het Innovatiefonds en het Breedbandfonds maken onderdeel uit van het weerstandsvermogen. |
- Reserve Europese programma's
- Reserve Reconstructie
- Reserve Provinciale Infrastructuur
- Reserve Waterwegen
- Egalisatiereserve ILG
- Reserve Startersleningen
- Reserve energiebesparing
- Reserve herstructurering bedrijventerreinen
- Reserve bodemsanering
- Reserve ISV-3
- Reserve Energiefonds Overijssel
- Reserve uitvoering ecologische hoofdstructuur
- Reserve Uitvoering Kwaliteit van Overijssel
- Reserve risicoreservering Regionaal Bedrijventerrein Twente
- Reserve afrekening pMJP / ILG
- Reserve Verkeer en Vervoer
Reserve Europese programma's
Soort | Bestemmingsreserve. |
Ingesteld op | Besluit PS/1995/19 van Provinciale Staten van Overijssel in 1995. |
Doel | Ingesteld ten behoeve van de uitvoering van Europese programma’s voor economische structuurversterking. De voeding van deze egalisatiereserve geschiedt met eigen middelen om fluctuaties in de uitvoering van de meerjarige deelprogramma’s op te vangen. Op basis van diverse voorstellen hebben de Staten ingestemd met de uitvoering van Europese programma’s de zogenoemde EPD’s. |
Specifieke spelregels | De spelregels van de reserve zijn bepaald bij instelling van de reserve in 1995 (nummer 19). De reserve wordt gevoed met in de begroting beschikbaar gestelde middelen. Naast de cofinancieringsmiddelen, bevat de reserve ook een risicobuffer van € 5 miljoen (zie blz 4. PS/2008/27 voor toelichting risicobuffer). Zodra er duidelijkheid is over de hoogte van het nieuwe Europese programma 2014 - 2020 en bijbehorende cofinanciering, zal de hoogte van de buffer worden herzien. |
Verwachte einddatum | Geen einddatum aangegeven. Zolang er cofinanciering zal plaatsvinden op de Europese programma's, zal de reserve gehandhaafd blijven. |
Bestedingsplan | Nee. Er is een overzicht beschikbaar waarin jaarlijks het restant van de co-financiering op de Europese programma's wordt gemonitord. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | € 5.000.000 |
Toelichting | In de begroting 2016 wordt op grond van het coalitieakkoord de benodigde cofinanciering ad € 22,2 miljoen toegevoegd aan deze Reserve. |
Reserve Reconstructie
Soort | Bestemmingsreserve. |
Ingesteld op | Besluit PS/2004/526 van Provinciale Staten van Overijssel in 2004. |
Doel | De bestedingen van reconstructie middelen zal, in de tijd gezien, een naar verwachting grillig sterk wisselend patroon vertonen. Om deze fluctuaties in baten en lasten te verevenen, is besloten om een bestemmingsreserve in te stellen. De reserve wordt gevoed met in de begroting beschikbaar gestelde middelen voor reconstructie, voor zover deze (nog) niet besteed zijn aan de uitvoering van reconstructie. De jaarlijkse stand van de reserve hangt mede samen met de spreiding van bestedingen over de jaren. |
Specifieke spelregels | Zie besluit PS/2004/526, bestedingen ten behoeve van reconstructie. Jaarlijks vindt er een rente toerekening plaats aan de bestemmingsreserve. |
Verwachte einddatum | Dit is onder andere afhankelijk van de voortgang van de lopende projecten die gefinancierd worden uit de reserve, dit zal naar verwachting 2016 zijn. |
Bestedingsplan | Ja |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | De begrote onttrekkingen uit de reserve reconstructie hebben betrekking op het project De Doorbraak. |
Reserve Provinciale Infrastructuur
Soort | Bestemmingsreserve. |
Ingesteld op | Besluit PS/2006/223 van Provinciale Staten van Overijssel op 26 april 2006. |
Doel | De reserve is ingesteld om daarmee de kosten van investeringen op eigen provinciale wegen te dekken. Basis daarvoor is het provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (onderdeel van de Dynamische Beleidsagenda verkeer en vervoer). |
Specifieke spelregels | Zie besluit PS/223/2006. |
Verwachte einddatum | Geen einddatum bepaald. |
Bestedingsplan | Bestedingsplan is aanwezig |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Tot 2011 vond er een jaarlijkse dotatie plaats aan de reserve à € 3,5 miljoen. Met de bezuiniging in de Perspectiefnota 2012 is deze jaarlijkse storting afgeraamd. In 2016 en de jaren daarna wordt rente bijgeschreven. De toevoeging van de rente is in 2016 begroot op € 0,25 miljoen. De lasten van de DBA projecten die aan de reserve Realisatie Provinciale wegen worden onttrokken zijn voor 2016 begroot op € 9,7 miljoen. |
Reserve Waterwegen
Soort | Bestemmingsreserve. |
Ingesteld op | Besluit PS/2006/759 van Provinciale Staten van Overijssel op 19 september 2006. |
Doel | Het afdekken van het toekomstig (groot) onderhoud en vervanging van bruggen voor alle provinciale waterwegen in Overijssel, naast het onderhoud van de waterweg Kanaal Almelo - De Haandrik. |
Specifieke spelregels | Besluit PS/2006/759 van Provinciale Staten van Overijssel op 19 september 2006. |
Verwachte einddatum | Geen einddatum bepaald |
Bestedingsplan | Nee, de reserve wordt ingezet voor de instandshoudingsverplichtingen aan Kanaal Almelo de Haandrik jegens het Rijk (zie overeenkomst overdracht OV 2800 (2012/0179069)), grootschalige baggerwerkzaamheden ten behoeve van diverse vaarwegen en de herinrichting van Kanaal Almelo - De Haandrik voor 700-tons vervoer. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | De reserve is grotendeels gevuld met de afkoopsom die door het Rijk is betaald aan de provincie bij de overdracht van Kanaal Almelo - De Haandrik met daaraan toegevoegd de beschikbare financiële middelen voor investeringen van overige waterwegen. Tegenover de afkoopsom staat de verplichting van de provincie om deze waterweg te onderhouden. Aan de hand van het meerjaren programma is besloten om het kanaal Almelo – De Haandrik bevaarbaar te maken voor scheepvaart en belading van 700 ton. In 2016 en de jaren daarna wordt rente bijgeschreven. In de jaren 2016 tot en met 2020 zijn vooralsnog geen onttrekkingen begroot. |
Egalisatiereserve ILG
Soort | Bestemmingsreserve. |
Ingesteld op | Besluit PS/2007/36 van Provinciale Staten van Overijssel op 7 februari 2007. |
Doel | Doel van deze reserve is om: • Egalisatie van de middelen over de zevenjarige ILG-periode mogelijk te maken (2007 - 2013). • In te spelen op de door het Rijk voorgestane ontschotting en deze in onze eigen financiële huishouding voort te zetten. • Flexibiliteit te creëren binnen de voor het pMJP beschikbare middelen zodat adequaat en snel kan worden ingespeeld op ontwikkelingen. |
Specifieke spelregels | Zie besluit PS/2007/36. |
Verwachte einddatum | Is bij de jaarrekening 2014 opgeheven, zie besluit PS/2015/149. |
Bestedingsplan | - |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Deze reserve is reeds opgeheven, het resterende saldo zal bij de Monitor Overijssel 2015-II afgeboekt worden. |
Reserve Startersleningen
Soort | Bestemmingsreserve. |
Ingesteld op | Besluit PS/2007/837 van Provinciale Staten van Overijssel op 19 december 2007. |
Doel | Ter dekking van de kosten die verbonden zijn aan het verstrekken van startersleningen. Deze kosten bestaan uit gederfde rente en externe beheer- en administratiekosten. |
Specifieke spelregels | Geen. |
Verwachte einddatum | Deze reserve is opgeheven bij Statenvoorstel "Optimale inrichting provinciale financiën", zie besluit PS/2014/1051. |
Bestedingsplan | - |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Deze reserve is reeds opgeheven, het resterende saldo zal bij de Monitor Overijssel 2015-II afgeboekt worden. |
Reserve energiebesparing
Soort | Bestemmingsreserve. |
Ingesteld op | Besluit PS/2009/337 van Provinciale Staten van Overijssel op 13 mei 2009. |
Doel | Uit de reserve worden kosten gedekt die gemaakt worden door cofinanciering van gemeentelijke subsidieregelingen en projecten van gemeenten en woningbouwcorporaties. Verder worden de subsidies voor onder andere gemeentelijke energieloketten en investeringspremies uit deze reserve gedekt. Tenslotte wordt de reserve ingezet ter dekking van de kosten van verstrekte duurzaamheidsleningen aan particulieren en leningen ten behoeve van energiebesparende maatregelen aan ondernemingen, stichtingen, verenigingen en kerkgenootschappen. |
Specifieke spelregels | Het verstrekken van energieleningen vindt plaats in de jaren 2009 - 2015. De leningen hebben een looptijd van 15 jaar voor particulieren, 10 jaar voor stichtingen, verenigingen en kerkgenootschappen en 5 jaar voor ondernemingen. Er wordt geen rente aan de reserve toegevoegd. De toegerekende rente aan de verstrekte leningen (rente omslag), de rekening-courant rente en de beheerskosten SVN worden gedekt uit de reserve. De ontvangen rente op leningen wordt erin gestort. |
Verwachte einddatum | 31 december 2029. De leningen hebben verschillende looptijden, afhankelijk van de soort aanvrager |
Bestedingsplan | Ja |
Vrije ruimte | € 3 miljoen. Bestemd voor cofinanciering nog komende gemeentelijke subsidieaanvragen. |
Onderdeel weerstandsvermogen | € 350.000 |
Toelichting | De stortingen in de reserve betreffen de ontvangen rentebaten van de leningen. De onttrekkingen zijn enerzijds de dekking van te verstrekken subsidies aan gemeenten en woningbouwcorporaties. Anderzijds hebben de onttrekkingen betrekking op de dekking van rente- en beheerskosten. |
Reserve herstructurering bedrijventerreinen
Soort | Bestemmingsreserve. |
Ingesteld op | Besluit PS/2010/1150 van Provinciale Staten van Overijssel op 1 december 2010. |
Doel | Voor herstructurering bedrijventerreinen vanuit de hiervoor beschikbare decentralisatie-uitkering. Het Rijk heeft de gelden voor de herstructurering van bedrijventerreinen gedecentraliseerd naar provincies. Het betreft de voormalige TOPPER-gelden. Overijssel zal in de periode 2010 - 2016 € 9,6 miljoen ontvangen. De middelen worden aangewend ter realisatie van de ambities die in het provinciale meerjarenprogramma Vitale bedrijventerreinen zijn opgenomen. |
Specifieke spelregels | Zie besluit PS/2010/1150. |
Verwachte einddatum | Geen einddatum bepaald. |
Bestedingsplan | Nee. Ter onderbouwing van de bedragen in de begroting is er een inschatting gemaakt - rekening houdend met de bedragen die van het Rijk worden ontvangen - van mogelijke aanvragen voor herstructurering van bedrijventerreinen. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Onttrekkingen aan de reserve worden aangehouden totdat het budget voor de investeringsprestatie Vitale Bedrijventerreinen binnen de reserve Kwaliteit van Overijssel volledig is benut. |
Reserve bodemsanering
Soort | Bestemmingsreserve. |
Ingesteld op | Besluit PS/2010/521 van Provinciale Staten van Overijssel op 7 juli 2010. |
Doel | In het kader van de Wet Bodembescherming vangt deze reserve faseverschillen op tussen inkomsten en uitgaven als gevolg van verschil in de tijd tussen bijdragen door het Rijk via het provinciefonds en de daadwerkelijke uitvoering van projecten. |
Specifieke spelregels | Zie besluit PS/2010/521. |
Verwachte einddatum | Was 2017. Inmiddels is ook voor de periode 2016-2020 een financiële afspraak gemaakt tussen Rijk en provincies. Daarmee verschuift de einddatum naar in ieder geval 2023. |
Bestedingsplan | Ja |
Vrije ruimte | € 0. Op basis van huidige inzichten bedraagt de stand van de reserve eind 2015 ruim € 31 miljoen. Vanaf 2016 ontvangen wij nog € 15 miljoen aan rijksbijdragen en bijdragen van derden voor Gijmink B. De daarmee beschikbare € 46 miljoen is voor € 40 miljoen geprogrammeerd voor onder andere Gijmink B en Olasfa. De resterende € 6 miljoen blijft beschikbaar voor nog te programmeren projecten en als risicobuffer. |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | De bestedingen ten laste van deze reserve bestaan uit de kosten voor de projecten Olasfa en Gijmink B . Daarnaast draagt de reserve bij aan het KvO-project voor spoedlocaties en worden meerdere kleinere saneringsprojecten uit de reserve gedekt. |
Reserve ISV-3
Soort | Egalisatiereserve. |
Ingesteld op | Besluit PS/2010/877 van Provinciale Staten van Overijssel op 3 november 2010. |
Doel | Dit investeringsbudget is bestemd voor toedeling aan gemeenten ten behoeve van de uitvoering van activiteiten in het kader van het gemeentelijk beleid voor stedelijke vernieuwing. |
Specifieke spelregels | Bij beschikking van het Ministerie voor Wonen Wijken en Integratie is in het kader van Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) voor 2010 - 2014 aan de provincie Overijssel een budget toegekend van in totaal € 15 miljoen. Dit investeringsbudget is bestemd voor toedeling aan gemeenten ten behoeve van de uitvoering van activiteiten in het kader van het gemeentelijk beleid voor stedelijke vernieuwing. Voor de rijksbijdrage is de doeluitkering ISV-3 ingesteld, waarin de ontvangen bijdragen gestort worden. In de meicirculaire 2010 is aangegeven dat voor ISV-3 2010 - 2014 de doeluitkering per 2011 wordt omgezet naar een storting in het provinciefonds. De doeluitkering ISV-3 is opgeheven. Teneinde de ontwikkelingen in het bestedingsritme over de jaren 2010 - 2014 te reguleren is bij de begroting 2011 de reserve ISV-3 2010 - 2014 ingesteld. Indien de bestedingen in enig jaar achterblijven zal het restant van het budget gestort worden in de reserve ISV-3 2010 - 2014, waardoor de middelen beschikbaar blijven waarvoor de specifieke rijksbijdrage is verstrekt. Voor de bestemming: uitvoering van activiteiten in het kader van het gemeentelijk beleid voor stedelijke vernieuwing. |
Verwachte einddatum | 31-12-2015 |
Bestedingsplan | Subsidieregeling Paragraaf 5.8 Kwaliteit stedelijke leefomgeving. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Naar verwachting is de reserve ultimo 2015 uitgeput. Zodra dat het geval is, wordt de reserve opgeheven. |
Reserve Energiefonds Overijssel
Soort | Bestemmingsreserve. |
Ingesteld op | Besluit PS/2011/461 van Provinciale Staten van Overijssel op 21 september 2011. |
Doel | Bij de start van het Energiefonds waren de risico’s van de te verstrekken leningen, deelnemingen en garanties onvoldoende concreet om de vorming van een voorziening te onderbouwen. Hierdoor werd eerst een bestemmingreserve ingesteld die de maximale omvang aangeeft van de middelen die Provinciale Staten wil besteden voor de doelen. Wanneer het fonds operationeel is, zal aan de hand van de concreet ingevulde portefeuille worden ingeschat welke risico’s we lopen. De lasten van deze risicovoorziening worden dan gedekt uit de gevormde bestemmingsreserve. |
Specifieke spelregels | Zie besluit PS/2011/461. |
Verwachte einddatum | Deze reserve is opgeheven bij Statenvoorstel "Optimale inrichting provinciale financiën", zie besluit PS/2014/1051. |
Bestedingsplan | - |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Deze reserve is reeds opgeheven, het resterende saldo zal bij de Monitor Overijssel 2015-II afgeboekt worden. |
Reserve uitvoering ecologische hoofdstructuur
Soort | Bestemmingsreserve. |
Ingesteld op | Besluit PS/2012/275 van Provinciale Staten van Overijssel op 11 juli 2012. |
Doel | In de Programmatische Aanpak Stikstof zijn maatregelen opgenomen die noodzakelijk zijn om de neerslag van stikstof uit onder andere landbouw, verkeer en industrie te verminderen. Dat zijn vooral landelijke, generieke maatregelen. Daarnaast worden in de Programmatische Aanpak Stikstof maatregelen opgenomen die gebieden minder gevoelig maken voor de uitstoot van stikstof. Dat zijn vooral gebiedsspecifieke inrichtingsmaatregelen, zoals het verwijderen van de aanwezige stikstofvoorraad door maaien, plaggen, of afgraven of het plaatselijk aanpassen van de waterstand. De Programmatische Aanpak Stikstofreserve moet de juridische en financiële borging bieden om vergunningen te kunnen verlenen voor nieuwe economische activiteiten, voor zover deze tot extra uitstoot van stikstof leiden. Via besluit PS/2013/412 is deze bestemmingsreserve hernoemd in Reserve uitvoering ecologische hoofdstructuur. Hierin zijn nu de beschikbare middelen (rijksbijdragen, opbrengst grond-voor-grond, provinciale middelen) ondergebracht voor de realisatie van de gehele ecologische hoofdstructuur, inclusief de ontwikkelopgave Natura 2000 / Programmatische Aanpak Stikstof en het natuurbeheer. |
Specifieke spelregels | In het Statenbesluit PS/2013/412 en PS/2014/62 zijn de spelregels voor deze reserve bepaald. |
Verwachte einddatum | 31 december 2032 |
Bestedingsplan | Ja |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Op basis van het Statenbesluit PS/2014/62 zijn ramingen opgenomen voor het realiseren van de ontwikkelopgave EHS en het beheer. Deze ramingen zijn, waar nodig, op basis van besluitvorming geactualiseerd. |
Reserve Uitvoering Kwaliteit van Overijssel
Soort | Bestemmingsreserve. |
Ingesteld op | Besluit PS/2011/426 van Provinciale Staten van Overijssel op 13 juli 2011. |
Doel | Indien Provinciale Staten besluit een investering in het kader van het investeringsprogramma de Kwaliteit van Overijssel over te hevelen naar de ‘realisatiefase’, besluit Provinciale Staten tevens de hiervoor benodigde middelen over te hevelen naar de reserve uitvoering Kwaliteit van Overijssel. Provinciale Staten heeft het College gemandateerd om gedurende de bestuursperiode middelen uit de bestemmingsreserve toe te voegen aan de begroting. |
Specifieke spelregels | Provinciale Staten mandateert het College om gedurende de bestuursperiode middelen uit de bestemmingsreserve toe te voegen aan de begroting. Daarvoor gelden de spelregels zoals opgenomen in het begrotingswijzigingenbeleid. |
Verwachte einddatum | Geen einddatum aangegeven. |
Bestedingsplan | Ja. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | De meerjarige onttrekkingen van deze reserve worden toegevoegd aan de begroting. Bij de investeringsprestaties is inzichtelijk gemaakt in hoeverre de prestatie wordt gevoed door middelen uit de reserve Uitvoering Kwaliteit van Overijssel en waar deze middelen aan worden besteed. |
Reserve risicoreservering Regionaal Bedrijventerrein Twente
Soort | Risicoreserve |
Ingesteld op | Besluit PS/2015/149 van Provinciale Staten van Overijssel op 1 juli 2015. |
Doel | Reserve ter dekking van verliezen op de grondexploitatie van het Regionaal Bedrijventerrein Twente, die het verlies op de vastgestelde grondexploitatie te boven gaan. |
Specifieke spelregels | |
Verwachte einddatum | Totdat de grondexploitatie van het RBT wordt gesloten. |
Bestedingsplan | Conform grondexploitatie. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Gezien de ontwikkelingen van de grondexploitatie van het XL Businesspark de afgelopen jaren heeft u voorzichtigheidshalve naast de voorziening “resultaten grondexploitaties” een “reserve risicoreservering RBT” gevormd van € 5,7 miljoen. Uit deze reserve kunnen dan dotaties plaatsvinden aan de voornoemde voorziening wanneer de verliezen verder oplopen. Hiermee is dan voor langere duur de dekking geregeld. |
Reserve afrekening pMJP / ILG
Soort | Bestemmingsreserve |
Ingesteld op | Besluit PS/2015/149 van Provinciale Staten van Overijssel op 1 juli 2015. |
Doel | Deze reserve is bestemd voor de afronding van de pMJP / ILG projecten en overige risico's. |
Specifieke spelregels | |
Verwachte einddatum | 2018 |
Bestedingsplan | Ja |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | De begrote onttrekking heeft betrekking op de afronding van de ILG/pMJP projecten. Dit conform het besluit PS/2014/764 Financiële afronding ILG/pMJP en PS/2015/150 Jaarverslag 2014 Resultaatbestemmingen. |
Reserve Verkeer en Vervoer
Soort | Bestemmingsreserve |
Ingesteld op | Begroting 2016 |
Doel | Vanaf 2016 ontvangt de provincie Overijssel een decentralisatie-uitkering Verkeer en Vervoer. Deze komt in de plaats voor de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU). Daarmee wordt de uitkering nu aangemerkt als eigen vermogen en mag deze niet worden samengevoegd met de doeluitkering. Hierdoor is een bestemmingsreserve gewenst. Door middel van de bestemmingsreserve worden de middelen geoormerkt voor uitgaven aan verkeer en vervoer, waardoor deze middelen niet voor andere doelen kunnen worden ingezet. |
Specifieke spelregels | n.v.t. |
Verwachte einddatum | Geen einddatum |
Bestedingsplan | Ja |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Bij deze begroting stellen wij u voor om de decentralisatieuitkering verkeer en vervoer toe te voegen aan de reserve. Via de meicirculaire 2015 heeft het Rijk aangegeven dat de uitkering 2016 € 80,4 miljoen bedraagt. Conform bestedingsplan 2016 wordt dit bedrag in de loop van 2016 ook weer onttrokken aan de reserve, ter dekking van diverse uitgaven voor beleid en uitvoering op het gebied van verkeer en vervoer. Dit betreft voornamelijk de OV-exploitatielasten, van zowel regio Twente als West Overijssel. |
4.5.7 Voorzieningen
(x € 1.000) | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
mutaties | 2016 | |||||||
Saldo per | instand- | Saldo per | Saldo per | Saldo per | Saldo per | |||
1 januari | houdings- | 31 december | 31 december | 31 december | 31 december | |||
Naam van de voorziening | 2016 | storting | bijdrage | onttrekking | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Reguliere voorzieningen | ||||||||
Voorziening natuurbeleidsplan | 1.713 | 1.565 | 1.656 | 1.622 | 1.531 | 1.440 | 1.349 | |
Voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers | 6.724 | 450 | 285 | 6.889 | 7.071 | 7.250 | 7.429 | |
Voorziening resultaten gebiedsexploitaties | 15.327 | 15.327 | 15.327 | 15.327 | 15.327 | |||
Voorziening besteding grondwaterheffing | 805 | 855 | 1.095 | 565 | 337 | 87 | ||
Voorziening grondbezit | ||||||||
Voorziening beheer en onderhoud N340 / N48 | ||||||||
Voorziening beheer en onderhoud provinciale infrastructuur | 17.377 | 16.277 | 1.100 | 3.700 | 4.800 | 5.900 | ||
Voorziening reorganisatie | 7.455 | 873 | 6.582 | 5.650 | 4.757 | 3.864 | ||
Subtotaal reguliere voorzieningen | 32.024 | 20.247 | 20.186 | 32.085 | 33.616 | 33.661 | 33.869 | |
Gesaldeerde voorzieningen | ||||||||
Voorziening lening Stichting WMC | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | |||
Voorziening participatie HMO | 25.930 | 25.930 | 25.930 | 25.930 | 25.930 | |||
Voorziening afwikkeling verkoop Essent | ESCROW | 103 | 103 | 103 | 103 | 103 | |||
Voorziening ontwikkeling aardwarmte Koekoekspolder | 4.783 | 4.783 | 4.783 | 4.783 | 4.783 | |||
Voorziening lening Warmtenet Hengelo | 1.800 | 1.800 | 1.800 | 1.800 | 1.800 | |||
Voorziening lening Biorights Hardenberg | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | |||
Voorziening lening Empyro Hengelo | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | |||
Voorziening verplaatsing Stork Hengelo | 13.838 | 13.838 | 13.838 | 13.838 | 13.838 | |||
Voorziening deelneming Innovatiefonds Overijssel | 15.722 | 1.200 | 16.922 | 16.922 | 16.922 | 16.922 | ||
Voorziening waarderisico ILG opstallen en gronden | 6.667 | 6.667 | 6.667 | 6.667 | 6.667 | |||
Voorziening afwikkeling verkoop Attero | ESCROW | 750 | 750 | 750 | 750 | 2 | |||
Voorziening lening Sanderink Technology Centre | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | |||
Voorziening dubieuze debiteuren | 2.112 | 2.112 | 2.112 | 2.112 | 2.112 | |||
Voorziening revolving fund grondvoorraad | 344 | 344 | 344 | 344 | 344 | |||
Subtotaal gesaldeerde voorzieningen | 86.549 | 1.200 | 87.749 | 87.749 | 87.749 | 87.001 | ||
Totaal voorzieningen | 118.573 | 21.447 | 20.186 | 119.834 | 121.365 | 121.410 | 120.870 |
- Voorziening Lening Stichting WMC
- Voorziening Participatie HMO
- Voorziening Afwikkeling verkoop Essent | ESCROW
- Voorziening Ontwikkeling aardwarmte Koekoekspolder
- Voorziening Lening Warmtenet Hengelo
- Voorziening Lening BioRights Hardenberg
- Voorziening Lening Empyro
- Voorziening Verstrekte lening Stork
- Voorziening Deelneming Innovatiefonds Overijssel
- Voorziening Waarderisico ILG opstallen en gronden.
- Voorziening Afwikkeling verkoop Attero | ESCROW
- Voorziening Lening Sanderink Technology Centre
- Voorziening Dubieuze debiteuren
- Voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers
- Voorziening Beheer en onderhoud N340 / N48
- Voorziening Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur
- Voorziening Besteding grondwaterheffing
- Voorziening Grondbezit
- Voorziening Natuurbeleidsplan
- Voorziening Reorganisatie
- Voorziening Resultaten gebiedsexploitaties
- Voorziening Revolving Fund grondvoorraad
Voorziening Lening Stichting WMC
Soort | Risicovoorziening. |
Ingesteld op | Besluit PS/2003/40 van Provinciale Staten van Overijssel in 2003. |
Doel | In 2003 is besloten om voor € 0,5 miljoen een voorziening te vormen ter dekking van het risico dat de Stichting WMC haar aflossingsverplichtingen op de verstrekte renteloze lening niet nakomt. De lening is verstrekt met het doel expertise en werkgelegenheid te behouden na sluiting van de vestiging van Ericsson in Enschede. |
Specifieke spelregels | n.v.t. |
Verwachte einddatum | De voorziening heeft een looptijd tot eind 2025. |
Bestedingsplan | Nee |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | De kans is zeer groot dat de lening aan Stichting WMC als verliespost beschouwd moet worden, nu de rechtbank medio 2014 het faillissement heeft uitgesproken over Twente Institute For Wireless And Mobile Combv te Enschede. Aan deze rechtspersoon had Stichting WMC haar middelen geleend. De faillissementsafwikkeling zal moeten uitwijzen, welk deel van de vordering nog te verhalen valt. Tot die tijd blijft de hoogte van de voorziening gehandhaafd. |
Voorziening Participatie HMO
Soort | Risicovoorziening. |
Ingesteld op | Besluit PS/2009/728 van Provinciale Staten van Overijssel op 28 november 2009. |
Doel | Medio 2009 is de herstructureringmaatschappij Overijssel (HMO) van start gegaan die zich richt op de herstructurering van verouderde bedrijventerreinen in Overijssel. De provincie Overijssel heeft een 100% participatie in deze rechtspersoon. In het ondernemingsplan is aangegeven dat door derden steeds voor 50% in de kosten zal worden bijgedragen. Dit betekent dat het eigen vermogen van deze onderneming gedurende de looptijd zal afnemen. De verwachting is dat het eigen vermogen van de onderneming, en daarmee onze participatie in HMO, na tien jaar volledig geïnvesteerd is in projecten. Deze voorziening is bedoeld ter dekking van de afwaardering van de participatie in HMO. |
Specifieke spelregels | n.v.t. |
Verwachte einddatum | Medio 2019. |
Bestedingsplan | Nee |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Bij besluit PS/2013/355 is aan HMO € 4,8 miljoen toegewezen voor de bestrijding van kantorenleegstand. Eind 2013 is daarvoor reeds € 3,4 miljoen overgemaakt en gelijktijdig gedoteerd aan de risicovoorziening. Het restant van € 1,4 miljoen zal worden overgemaakt en gelijktijdig worden gedoteerd aan de voorziening, zodra HMO deze middelen nodig heeft. |
Voorziening Afwikkeling verkoop Essent | ESCROW
Soort | Risicovoorziening. |
Ingesteld op | De voorziening is ingesteld met het besluit PS/2009/975 van Provinciale Staten op 18 november 2009, na splitsing van Essent en verkoop van het productie- en leveringsbedrijf van Essent. |
Doel | Bij een verkooptransactie van deze omvang is het gebruikelijk extra zekerheden en garanties te verstrekken tot een bepaald bedrag. Dit bedrag wordt in ESCROW gestort en uitgekeerd aan de koper - als het gedefinieerde risico optreedt - en / of de verkoper aan het eind van de afgesproken looptijd van de ESCROW. Voor deze transactie is bepaald dat er € 800 miljoen ten laste van de verkoopsom in ESCROW gestort moet worden. Met deze storting ontstaat een vordering van dezelfde omvang op de Verkoop vennootschap B.V., het daarvoor opgerichte SPV. Ons aandeel in deze vordering bedraagt € 149,75 miljoen. Omdat het bedrag in ESCROW een risico vertegenwoordigt, is het - in overeenstemming met de uniforme gedragslijn - nodig de vordering en ons aandeel in de SPV (totaal € 149,75 miljoen) volledig te voorzien. |
Specifieke spelregels | n.v.t. |
Verwachte einddatum | Begin 2016, omdat de termijn van de ESCROW op 30 september 2015 afloopt. |
Bestedingsplan | Nee. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | In 2011 is op de vordering € 67 miljoen voldaan en de voorziening hiermee verlaagd. In 2015 loopt de periode af waarbinnen claims ingediend kunnen worden en zal de voorziening begin 2016 aangewend worden voor afboeking van de resterende vordering van € 82,7 miljoen, geheel vrijvallen of voor combinatie van beide gebruikt worden. Vooralsnog gaan wij er nog steeds vanuit dat de voorziening in 2016 aangewend wordt voor het afboeken van de gehele vordering. Gelet op de complexiteit van de afwikkeling wordt nu voorzien dat de afwikkeling begin 2016 zal plaatsvinden, in plaats van eind 2015, zoals eerder gemeld is. |
Voorziening Ontwikkeling aardwarmte Koekoekspolder
Soort | Risicovoorziening. |
Ingesteld op | Besluit PS/2009/1135 van Provinciale Staten van Overijssel op 27 januari 2010. |
Doel | Voor het ontwikkelen van een aardwarmtebron besloot Provinciale Staten een lening van € 4,5 miljoen te verstrekken aan Aardwarmte Koekoekspolder Doublet 1 B.V. Deze lening wordt verstrekt met een rentevoet van 4% en een gewijzigde looptijd van 20 jaar volgens Gedeputeerde Staten besluit d.d. 3 december 2013. De aardwarmtebron dient daarbij als onderpand, waarop een pandrecht / hypotheek wordt verleend op het onroerend goed. Voor de afdekking van risico’s in verband met dit project is een voorziening gevormd ter hoogte van € 4,5 miljoen. |
Specifieke spelregels | n.v.t. |
Verwachte einddatum | 2030 |
Bestedingsplan | De afname van de voorziening is gerelateerd aan de aflossing van de lening. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Na het in productie zijn van de aardwarmtebron zal een aanvang worden gemaakt met het aflossen van de lening en daarmee ook met het in gang zetten van de verlaging van de voorziening. |
Voorziening Lening Warmtenet Hengelo
Soort | Risicovoorziening. |
Ingesteld op | Besluit PS/2008/176 van Provinciale Staten van Overijssel op 16 april 2008. |
Doel | Vanwege de verwachte aanloopverliezen van ca. € 3,6 miljoen heeft het Warmtebedrijf de provincie om ondersteuning gevraagd. Vanuit de provincie is een bijdrage aan het Warmtenet geleverd van € 1,8 miljoen in de vorm van een achtergestelde lening, met het oogmerk deze op termijn om te zetten in een deelname in Warmtenet. Dit is afhankelijk van de uitspraak van de Europese Commissie of er wel of niet sprake is van ongeoorloofde staatsteun. Ter afdekking van het financiële risico dat de provincie loopt met het verstrekken van deze lening is een voorziening getroffen ter hoogte van de nominale waarde van de lening. |
Specifieke spelregels | Zie besluit PS/2008/176. |
Verwachte einddatum | 2026 |
Bestedingsplan | De afname van de voorziening is gerelateerd aan de aflossing van de lening. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Vanuit de Europese Commissie is nog geen uitspraak gedaan. Derhalve zijn er nog geen verlagingen geraamd in de voorziening naar aanleiding van eventuele aflossingen van de lening. |
Voorziening Lening BioRights Hardenberg
Soort | Risicovoorziening. |
Ingesteld op | Besluit van Gedeputeerde Staten van Overijssel in december 2011. |
Doel | De provincie draagt met een geldlening van € 3,5 miljoen bij om het project Green Deal van de grond te krijgen, voor zover dat als staatsteun onder artikel 23 van de Algemene Groepsvrijstelling is toegestaan. Het eerste deel van de lening, ter grootte van € 1,0 miljoen, is eind 2011 verstrekt voor de doorontwikkeling en uitwerking van het technisch concept. De resterende € 2,5 miljoen wordt verstrekt, zodra aan de daartoe geformuleerde voorwaarden is voldaan. Ter afdekking van het financiële risico dat de provincie loopt met het verstrekken van deze lening is een voorziening getroffen ter hoogte van de nominale waarde van de lening. |
Specifieke spelregels | Nota van Gedeputeerde Staten van Overijssel uit december 2011. |
Verwachte einddatum | Conform het overeengekomen aflossingsschema heeft de voorziening een looptijd tot en met 2024. |
Bestedingsplan | De afname van de voorziening is gerelateerd aan de aflossing van de lening. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Tot op heden is een eerste termijn van de lening uitbetaald ad € 1 miljoen. |
Voorziening Lening Empyro
Soort | Risicovoorziening. |
Ingesteld op | De voorziening is door Gedeputeerde Staten ingesteld bij Monitor Overijssel 2013-II. Provinciale Staten is hierover in kennis gesteld via het statenvoorstel Monitor Overijssel 2013-II (PS/2013/820). |
Doel | De provincie draagt met een geldlening van € 3,0 miljoen bij aan de centrale doelstelling tot het verhogen van het aandeel duurzame energie naar 20% in 2020. Het bedrijf Empyro wil bio-olie maken op basis van hout uit de regio door pyrolyse. Pyrolyse-olie is bijzonder interessant, omdat het niet alleen als brandstof kan dienen, maar ook als grondstof ter vervanging van aardolie (biobased economy). De voorziening dient ter afdekking van het financiële risico dat de provincie loopt met het verstrekken van deze lening. |
Specifieke spelregels | Nota van Gedeputeerde Staten van Overijssel uit december 2011. |
Verwachte einddatum | 2024 |
Bestedingsplan | De voorziening zal, analoog aan de aflossing van de lening afnemen. De eerste 4 jaar wordt niet afgelost. Aflossing vindt in de laatste zes jaar plaats. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Geen |
Voorziening Verstrekte lening Stork
Soort | Risicovoorziening. |
Ingesteld op | De voorziening is door Gedeputeerde Staten ingesteld. Provinciale Staten is hierover in kennis gesteld via een brief d.d. 15-10-2013. |
Doel | Het doel van deze voorziening is het risico af te dekken van de terugbetalingsverplichting zoals is aangegeven in de subsidiebeschikking. Het gaat in totaal om een bedrag van € 19,6 miljoen. |
Specifieke spelregels | n.v.t. |
Verwachte einddatum | 2039 |
Bestedingsplan | De afname van de voorziening neemt analoog aan de aflossing van de lening af. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Er is een lening verstrekt van € 19,5 miljoen met een looptijd van 25 jaar. In de voorwaarde voor de subsidie is overeengekomen dat Stork B.V. in de eerste 10 jaar het contract niet kan beëindigen. Daarom is in overleg met de accountant in 2014 deze risicovoorziening aangepast tot een bedrag van € 13,2 miljoen. In 2015 is de voorziening met € 0,6 miljoen opgehoogd i.v.m. verstrekking van het restant van de lening. Hiermee komt de voorziening op een bedrag van € 13,8 miljoen. |
Voorziening Deelneming Innovatiefonds Overijssel
Soort | Risicovoorziening. |
Ingesteld op | De voorziening is door Gedeputeerde Staten ingesteld bij Monitor Overijssel 2013-II. Provinciale Staten is hierover in kennis gesteld via het statenvoorstel Monitor Overijssel 2013-II (PS/2013/820). |
Doel | Provincie Overijssel stimuleert innovatie en versterkt de regionaal economische structuur in Overijssel. Fondsen voor innovatie zijn hiervoor een belangrijk instrument. Provinciale Staten van Overijssel hebben in december 2012 de kaderstelling voor het Innovatiefonds Overijssel vastgesteld (PS/2012/945). Gedeputeerde Staten heeft, omwille van ontwikkelingen in de markt, besloten een tijdelijke regeling te treffen van in totaal € 17,5 miljoen om per direct te kunnen starten met het Innovatiefonds Overijssel. Zie ook de Statenbrief ‘Proces Innovatiefonds Overijssel’ (PS/2013/470). Gegeven het risicoprofiel van de partijen / businesscases waaraan de leningen worden verstrekt, gevoegd bij de revolverende aanwending van de middelen binnen de regeling c.q. fonds in oprichting, hebben Gedeputeerde Staten besloten een risicovoorziening te treffen. De hoogte van de voorziening zal fluctueren, gelijk aan de hoogte van de uitstaande geldleningen. |
Specifieke spelregels | N.v.t. |
Verwachte einddatum | Nog niet bekend. Het voornemen bestaat tot oprichting van het Innovatiefonds B.V. Naar verwachting besluiten Provinciale Staten hierover in het najaar van 2015/ voorjaar 2016. Als dan, wordt voorgesteld om de leningen over te hevelen naar dit fonds. De looptijd van het fonds c.q. verstrekte leningen zal de einddatum van de voorziening bepalen. |
Bestedingsplan | Nee. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Het verloop van de voorziening laat zich moeilijk voorspellen. Het verloop van de stortingen is afhankelijk van de hoeveelheid geld die daadwerkelijk uitstaat op enig moment. Dat is niet per definitie gelijk aan het bedrag waarvoor geldleenovereenkomsten zijn gesloten. Partijen kunnen het krediet namelijk in tranches uitvragen en doen dat ook om onnodige rentekosten te vermijden. Wanneer middelen worden uitgeleend, zal de risicovoorziening gelijktijdig worden opgehoogd. Voor 2016 is hiervoor € 1,2 miljoen geraamd. |
Voorziening Waarderisico ILG opstallen en gronden.
Soort | Risicovoorziening. |
Ingesteld op | Bij het Jaarverslag van 2011, gewijzigd bij de Begroting 2016 (zie PS/2015/687). |
Doel | Het Bureau Beheer landbouwgronden heeft in de ILG periode 2007 - 2013 in opdracht van de provincie gronden en opstallen gekocht ten behoeve van de realisatie van de EHS- en landbouwdoelen. Eind 2011 heeft de provincie een vordering op het BBL van circa € 105 miljoen. Deze vordering betreft de aankoop van gronden (circa € 86 miljoen) en van gebouwen (circa € 19 miljoen). Met de afspraken in het Decentralisatie Akkoord Natuur kan de grondwaarde vrijwel geheel worden gedekt met de te ontvangen rijksbijdrage voor de ILG periode 2007 t/m 2010. Met betrekking tot de waardering van de gebouwen is er, mede door de actuele marktomstandigheden, sprake van een waarderingsrisico. Om deze risico’s af te dekken is besloten een voorziening te treffen van € 5,9 miljoen. Deze voorziening zal worden aangesproken indien de verkoopwaarde van de opstallen lager ligt dan de historische aankoopwaarde. |
Specifieke spelregels | Het afdekken van waarderingsrisico op ILG bezit, het betreft hier opstallen en gronden die buiten de EHS begrenzing liggen. |
Verwachte einddatum | Waarschijnlijk 31/12/2018, e.e.a. afhankelijk van de verkoop van de (ILG) opstallen en gronden. |
Bestedingsplan | Ja. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Het afdekken van waarderingsrisico op het ILG bezit, opstallen en gronden buiten de EHS begrenzing, wordt jaarlijks bij het opstellen van het jaarverslag bepaald, vandaar geen begrote mutaties. |
Voorziening Afwikkeling verkoop Attero | ESCROW
Soort | Risicovoorziening. |
Ingesteld op | Bij de Perspectiefnota 2015, besluit PS/2014/340 van Provinciale Staten op 2 juli 2014. |
Doel | Bij een verkooptransactie is het gebruikelijk extra zekerheden en garanties te verstrekken tot een bepaald bedrag. Dit bedrag wordt in ESCROW gestort en uitgekeerd aan de koper - als het gedefinieerde risico optreedt - en / of de verkoper aan het eind van de afgesproken looptijd van de ESCROW. Voor deze transactie is bepaald dat er € 13,5 miljoen ten laste van de verkoopsom in ESCROW gestort moet worden. Ons aandeel in deze vordering bedraagt € 2,5 miljoen. Omdat het bedrag in ESCROW een risico vertegenwoordigt, is het nodig de vordering volledig te voorzien. |
Specifieke spelregels | n.v.t. |
Verwachte einddatum | 31 december 2019. |
Bestedingsplan | Nee. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | De ESCROW kent een looptijd tot en met 2019, maar het grootste deel van de ESCROW wordt al in 2015 afgewikkeld. In 2016 resteert in de voorziening nog € 0,7 miljoen. |
Voorziening Lening Sanderink Technology Centre
Soort | Risicovoorziening. |
Ingesteld op | De voorzienig is door Gedeputeerde Staten ingesteld. Provinciale Staten is hierover in kennis gesteld via het statenvoorstel Innovatiedriehoek Twente; 3e investeringstranche (PS/2014/360). |
Doel | Het doel van deze voorziening is het risico af te dekken van de terugbetalingsverplichting zoals zal worden aangegeven in de subsidiebeschikking. Het gaat in totaal om een bedrag van € 10 miljoen. Terugbetaling zal plaatsvinden in de periode van 2019 tot en met 2023 in vijf jaarlijkse termijnen van € 2 miljoen. Wanneer de termijnen terugkomen zal Provinciale Staten tezijnertijd besluiten hoe deze bedragen worden aangewend. |
Specifieke spelregels | n.v.t. |
Verwachte einddatum | Uitgaande van het overeengekomen aflossingsschema heeft de voorziening de looptijd tot 31 december 2025. |
Bestedingsplan | Nee. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | De uitbetaling van de lening gaat in tranches vanaf 2014 tot en met 2017. In 2015 gaat het om een bedrag van € 3,1 miljoen. Het restant van € 6,9 miljoen wordt in 2015 verstrekt. De looptijd van de lening is maximaal 10 jaar. Op de balans wordt ten aanzien van de lening een voorziening opgenomen ter grootte van € 10 miljoen. |
Voorziening Dubieuze debiteuren
Soort | Risicovoorziening. |
Ingesteld op | Bij het jaarverslag van 2013, besluit PS/2014/169 van Provinciale Staten op 28 mei 2014. |
Doel | De voorziening is bedoeld om openstaande saldi van debiteuren, waarvan twijfelachtig is of de vordering kan worden geïnd, te dekken. |
Specifieke spelregels | n.v.t |
Verwachte einddatum | n.v.t. |
Bestedingsplan | n.v.t. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | De mutaties worden bij de jaarrekening geboekt, zijn moeilijk in te schatten. |
Voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers
Soort | Risicovoorziening. |
Ingesteld op | Besluit PS/2002/381 van Provinciale Staten van Overijssel op 13 november 2002. |
Doel | De voorziening APPA is ingesteld ter dekking van de toekomstige pensioenverplichtingen voor politieke ambtsdragers (gedeputeerden). |
Specifieke spelregels | Jaarlijkse storting van € 450.000. |
Verwachte einddatum | n.v.t. |
Bestedingsplan | Ja |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | De voorziening APPA is ingesteld ter dekking van de toekomstige pensioenverplichtingen voor politieke ambtsdragers (gedeputeerden). De voorziening wordt gevoed door een jaarlijkse storting van € 450.000. De omvang van de mogelijke aanspraken en de daarbij behorende actuariële berekeningen bepalen de noodzakelijke omvang van de APPA voorziening. Elk jaar wordt een nieuwe actuariele berekening gemaakt door Loyalis om de hoogte van de voorziening te kunnen beoordelen. Aan de hand van de berekeningen door Loyalis is in 2016 een onttrekking aan de voorziening APPA begroot van € 285.000. |
Voorziening Beheer en onderhoud N340 / N48
Soort | Egalisatievoorziening. |
Ingesteld op | Besluit PS/2012/149 van Provinciale Staten van Overijssel op 12 juli 2012. |
Doel | De voorziening is bedoeld om de toename van de beheer- en onderhoudskosten als gevolg van de herinrichting van de N340 / N48 te dekken. |
Specifieke spelregels | n.v.t. |
Verwachte einddatum | Geen einddatum bekend. |
Bestedingsplan | Nee, onderhoudsproblematiek zal nog nader worden uitgewerkt in een intergrale nota over beheer en onderhoud. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | De voorziening bevat € 10 miljoen voor een periode van 20 jaar, aansluitend op de ingebruikname van de nieuwe weg. De storting voor deze voorziening komt vanuit het projectbudget 'N340 / N48 en de N377' (monitor Overijssel 2012-2). In 2016 vinden geen mutaties plaats. De eerste toevoeging aan deze voorziening is voorzien na 2018. |
Voorziening Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur
Soort | Egalisatievoorziening |
Ingesteld op | Besluit PS/2012/832 van Provinciale Staten van Overijssel op 21 november 2012. Besluit PS/2014/897 van Provinciale Staten van Overijssel op 10 december 2014. |
Doel | De voorziening is ingesteld naar aanleiding van de besluitvorming over de herinrichting van de N34. Besloten is om een voorziening in te stellen waar niet eerder dan in 2017 € 1,5 miljoen gestort zal worden ter dekking van additionele beheer- en onderhoudskosten als gevolg van de areaaluitbreiding N34. Bij de perspectiefnota 2015 is besloten voor het structurele integrale beheer en onderhoud van wegen, waterwegen en kunstwerken vanaf 2016 structureel € 1,8 miljoen in de voorziening te storten, bestaande uit € 1 miljoen voor wegen, € 0,3 miljoen voor waterwegen en € 0,5 miljoen voor kunstwerken. In december 2014 hebben Provinciale Staten het (integrale) beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen 2016-2019 vastgesteld voor het gehele provinciale infra areaal. In dit besluit is tevens de afstorting van beheer- en onderhoudsbudgetten voor niet-jaarlijks onderhoud naar de voorziening Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur vanaf 2016 geregeld. |
Specifieke spelregels | n.v.t. |
Verwachte einddatum | Geen einddatum. |
Bestedingsplan | Beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen 2016-2019. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Met ingang van 2016 wordt jaarlijks structureel € 16,3 miljoen in de voorziening Beheer en Onderhoud Provinciale infrastructuur gestort. Bij de Perspectiefbrief 2016 is besloten om in de jaren 2016 t/m 2019 incidenteel een aanvullend bedrag van € 1,1 miljoen in de voorziening te storten vanwege de strengere eisen in het bouwbesluit 2012 voor kunstwerken. Op basis van het beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen 2016-2019 is vanaf 2016 vooralsnog een jaarlijkse onttrekking geraamd van € 16,3 miljoen. |
Voorziening Besteding grondwaterheffing
Soort | Egalisatievoorziening. |
Ingesteld op | De voorziening is ingesteld bij de Perspectiefbrief 2012. De reserve grondwaterbeheer is op dat moment omgezet in een voorziening. De tariefvaststelling geldt per 1-1-2010 PS/2009/1021. Tegelijk met deze Begroting wordt het Statenvoorstel van de Belastingverordening aangebracht voor de tariefvaststelling per 01.01.2016. |
Doel | Het doel is om fluctuaties tussen de inkomsten en de uitgaven te verevenen. Door het Rijk is expliciet aangegeven, dat de opbrengst uit heffingen slechts alleen voor de genoemde wettelijke doeleinden mag worden aangewend. Bepaald is dat eventuele overschotten niet naar de algemene middelen mogen toevloeien, maar in de voorziening blijven. Hiermee worden fluctuaties in de heffingstarieven voorkomen. |
Specifieke spelregels | Op grond van artikel 7.7, 1e lid van de Waterwet is de provincie Overijssel bevoegd een heffing in te stellen ter dekking van door de provincie te maken kosten betrekking hebbend op het grondwaterbeleid. De opbrengsten van deze heffing dienen uitsluitend besteed te worden aan de in de wet genoemde doelen. Gelet op de verplichte bestedingsrichting van de heffing en genoemde vrijheid in het beschikbaar houden van de middelen is de reserve grondwaterbeheer in 2011 omgezet in een voorziening. Op grond van het BBV worden de kosten voor grondwaterbeheer, de personeelsgebonden kosten en de kapitaallasten van het grondwatermeetnet ten laste gebracht van de voorziening. De grondwaterheffingen worden als baat begroot. Onderuitputting op deze posten zal jaarlijks in de voorziening worden gestort, overschrijding zal leiden tot een belasting van de voorziening. |
Verwachte einddatum | Geen einddatum bepaald. |
Bestedingsplan | Ja. Statenbesluit PS/2009/1021. Tegelijk met deze Begroting wordt het Statenvoorstel van de Belastingverordening aangebracht voor de tariefvaststelling per 01.01.2016. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Met ingang van 1-1-2016 geldt de nieuwe tariefvasttstelling. Bij het vaststellen van de nieuwe tarieven is rekening gehouden met de te verwachte bestedingen en opbrengsten in de periode waarvoor het tarief geldt. Deze verwachte bestedingen houden onder andere verband met werken aan veilige en duurzame drinkwatervoorziening, het meetnet grondwater, schade grondwateronttrekkingen, werkprogramma Zoetwatervoorziening Oost-Nederland en overige uitgaven voor uitvoering van het provinciaal grondwaterbeleid. De voorziening wordt gevoed door de grondwaterheffing, de geraamde inkomst bedraagt jaarlijks circa € 1,1 miljoen. Het saldo van de voorziening zal in 2016 naar verwachting met € 0,3 miljoen afnemen. Bij voortzetting van het bestaande beleid zal de voorziening bij realisatie van de huidige geraamde stortingen en onttrekkingen in ieder geval tot en met 2018 toereikend zijn. |
Voorziening Grondbezit
Soort | Risicovoorziening. |
Ingesteld op | Bij de Perspectiefnota 2013, besluit PS/2012/275 van 11 juli 2012. |
Doel | Op 11 juli 2012 is de voorziening Grondbezit ingesteld bij de vaststelling van de Perspectiefnota 2013. De voorziening is bedoeld voor het verschil tussen taxatiewaarde en boekwaarde van het provinciaal grondbezit voorzover dit buiten projectbegrenzing ligt. Met PS/2012/874 is de Nota instrumenten grondbeleid en Algemene Reserve Grond door Provinciale Staten vastgesteld en de wijze waarop deze Voorziening alsmede de Algemene Reserve Grondzaken ingezet zullen worden. |
Specifieke spelregels | |
Verwachte einddatum | n.v.t. |
Bestedingsplan | Nee |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | Ja, als onderdeel van de Algemene reserve grondzaken en op basis van de Meerjaren Investeringsprognose Grond. |
Toelichting | Het afdekken van waarderingsrisico op grondbezit wordt jaarlijks bij het opstellen van het jaarverslag bepaald, vandaar geen begrote mutaties. |
Voorziening Natuurbeleidsplan
Soort | Voorziening middelen derden. |
Ingesteld op | Provinciale staten heeft in 1992 de bestemmingsreserve ter realisatie van het Natuurbeleidsplan (ecologische hoofdstructuur) ingesteld. Hiervoor is door de provincies en het Rijk een convenant getekend, het zogenoemde IPO-LNV convenant. Met ingang van 2004 is in het kader van het BBV de reserve een voorziening geworden. |
Doel | In het convenant zijn afspraken gemaakt en financiële regelingen vastgelegd die gericht zijn op de realisatie van het Natuurbeleidsplan. Op basis van het convenant worden voor de uitvoering van taken op het gebied van het natuurbeleid bedragen in de uitkering van het Provinciefonds opgenomen (integratieartikel) voor de verwerving en inrichting van relatienota reservaatgebieden (2e fase EHS) en natuurontwikkelingsprojecten. |
Specifieke spelregels | Naast de bijdragen aan het Groenfonds zijn de bestedingen specifiek bestemd voor aankoop en inrichting van natuurterreinen. |
Verwachte einddatum | De jaarlijkse rijksbijdrage (geïntegreerd in de uitkering uit het provinciefonds) is voor onbepaalde tijd afgesproken. De provincie heeft samen met de andere provincies de laatste aflossingsdatum van de convenantsleningen vooralsnog op 31-12-2023 vastgesteld. De uitloop die mogelijk is op basis van de (in principe eeuwigdurende) afspraak tussen Rijk en provincie vormt een buffer voor onvoorziene omstandigheden. |
Bestedingsplan | Ja. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | In 2016 zullen de bovengenoemde convenantsmiddelen worden toegevoegd aan de voorziening. De besteding ten laste van de voorziening zal € 1,7 miljoen bedragen. Dit betreft de jaarlijkse bijdrage aan het Groenfonds ter dekking van aflossingsverplichtingen en renteverplichtingen op opgenomen geldleningen voor grondaankopen op basis van bovengenoemd convenant. De stand van de voorziening per ultimo 2016 zal naar verwachting € 1,6 miljoen bedragen. Deze resterende middelen moeten conform de convenantsafspraken aangewend worden voor het realiseren van de ecologische hoofdstructuur. |
Voorziening Reorganisatie
Soort | Risicovoorziening. |
Ingesteld op | Bij het jaarverslag 2012, besluit PS/2013/249 van 29 mei 2013. |
Doel | De voorziening reorganisatie is ingesteld om met name de WW lasten, de bovenwettelijke WW lasten, de begeleidingskosten en de kosten van flankerend beleid uit het sociaal plan te kunnen afdekken. |
Specifieke spelregels | Zie doel. |
Verwachte einddatum | Geen |
Bestedingsplan | Ja |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | De geraamde onttrekking in 2016 heeft betrekking op de kosten van @search, de kosten van flankerend beleid en begeleidingskosten om boventallige medewerkers aan een baan te helpen en de WW-lasten van de boventallige medewerkers. |
Voorziening Resultaten gebiedsexploitaties
Soort | Risicovoorziening |
Ingesteld op | Besluit PS/2010/1152 van Provinciale Staten van Overijssel op 1 december 2010. |
Doel | Het gaat hier om een voorziening voor verplichtingen en risico’s vanuit gebiedsexploitaties. Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) artikel 44, moet een voorziening worden gevormd 'wegens op de balansdatum bestaande risico’s terzake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten'. |
Specifieke spelregels | Zie besluit PS/2010/1152. |
Verwachte einddatum | Deze is afhankelijk van de jaarlijkse actualisering van grondexploitaties |
Bestedingsplan | Deze voorziening wordt opgebouwd ter afdekking van het negatieve exploitatieresultaat van de gebiedsexploitaties |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Betreft een voorziening voor de deelname in het negatieve resultaat van de grondexploitaties Regionaal Bedrijventerrein Twente en ADT. Deze voorziening wordt jaarlijks bij de jaarrekening geactualiseerd op basis van de herziene grondexploitaties. |
Voorziening Revolving Fund grondvoorraad
Soort | Risicovoorziening |
Ingesteld op | Besluit PS/2015/149 van Provinciale Staten van Overijssel op 1 juli 2015. |
Doel | Ten behoeve van het realiseren van landbouwdoelen heeft de provincie het Revolving Fund ingesteld. Als gevolg van het opheffen van DLG / BBL zijn de gronden in 2014 juridisch overgedragen aan de provincie, waardoor het Revolving Fund in 2014 is gewijzigd van een financieringsfonds naar een voorraadpositie. Met betrekking tot de waardering van de gronden is er, nu het Revolving Fund als voorraad verantwoord moet worden, mede door de actuele marktomstandigheden, sprake van een waarderingsrisico. Om deze risico's af te dekken is besloten een voorziening te treffen. Deze voorziening zal worden aangesproken indien de verkoopwaarde van de gronden lager ligt dan de historische aankoopwaarde. |
Specifieke spelregels | n.v.t. |
Verwachte einddatum | Geen |
Bestedingsplan | Ja |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Het afdekken van waarderingsrisico op de Revolving Fund grondbezit wordt jaarlijks bij het opstellen van het jaarverslag bepaald, vandaar geen begrote mutaties. |
4.5.8 Vaste schulden
Vanaf 2016 hebben wij geen langlopende leningen meer. Gelet op de liquiditeitsprognose zullen in de komende periode geen nieuwe leningen worden opgenomen.
Het saldo aan vaste schulden betreft uitsluitend door ons ontvangen waarborgsommen ter zekerstelling van naleving van opgelegde voorwaarden (voornamelijk bij ontgrondingen).
4.5.9 Doeluitkeringen
(x € 1.000) | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
mutaties | 2016 | |||||||
Saldo per | Saldo per | Saldo per | Saldo per | Saldo per | ||||
1 januari | Rente | 31 december | 31 december | 31 december | 31 december | |||
Naam van de doeluitkering | 2016 | storting | 0,20% | onttrekking | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
Doeluitkering jeugdzorg | ||||||||
Brede doeluitkering verkeer en vervoer | 13.424 | 13.424 | 13.424 | 13.424 | 13.424 | |||
Doeluitkering verbetering N34 | ||||||||
Doeluitkering Europese programma's | ||||||||
Doeluitkering geluidssanering NaNOV | ||||||||
Subtotaal nog te ontvangen doeluitkeringen | 13.424 | 13.424 | 13.424 | 13.424 | 13.424 | |||
Doeluitkering jeugdzorg | 8.433 | 8.433 | 8.433 | 8.433 | 8.433 | |||
Brede doeluitkering verkeer en vervoer | 50.809 | 50.809 | 50.809 | 50.809 | 50.809 | |||
Doeluitkering verbetering N34 | 13.828 | 622 | 14.450 | 12.815 | 617 | 645 | ||
Doeluitkering Europese programma's | 364 | 1 | 365 | 366 | 367 | 368 | ||
Doeluitkering geluidssanering NaNOV | 182 | 820 | 1.432 | -430 | -31 | |||
Subtotaal vooruitontvangen doeluitkeringen | 73.616 | 820 | 623 | 1.432 | 73.627 | 72.392 | 60.226 | 60.255 |
Doeluitkering jeugdzorg | 8.433 | 0 | 0 | 0 | 8.433 | 8.433 | 8.433 | 8.433 |
Brede doeluitkering verkeer en vervoer | 37.385 | 0 | 0 | 0 | 37.385 | 37.385 | 37.385 | 37.385 |
Doeluitkering verbetering N34 | 13.828 | 0 | 622 | 0 | 14.450 | 12.815 | 617 | 645 |
Doeluitkering Europese programma's | 364 | 0 | 1 | 0 | 365 | 366 | 367 | 368 |
Doeluitkering geluidssanering NaNOV | 182 | 820 | 0 | 1.432 | -430 | -31 | 0 | 0 |
Totaal doeluitkeringen | 60.192 | 820 | 623 | 1.432 | 60.203 | 58.968 | 46.802 | 46.831 |
Doeluitkering Jeugdzorg.
Soort | Doeluitkering. |
Ingesteld op | Bij besluit van PS/2008/630 is de voorziening Jeugdzorg opgeheven. Op grond van het BBV worden de niet bestede rijksmiddelen op de balans verantwoord onder de overlopende passiva. |
Doel | Met ingang van 2001 hebben de ministeries van Justitie en Volksgezondheid, Welzijn en Sport in de verleningsbeschikking de eis gesteld dat de doeluitkeringen Bureau Jeugdzorg en Jeugdzorgaanbod via een voorziening in het Jaarverslag van de provincie moet worden verantwoord. In de loop van 2006 heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de verantwoording van beide doeluitkeringen samengevoegd in één voorgeschreven verantwoordingsformat. Hierin is voorgeschreven de middelen die in enig jaar niet tot besteding zijn gekomen te storten in één egalisatiereserve jeugdzorg. Bij Statenbesluit van 11 april 2007 (PS/2007/151) zijn de voorzieningen Bureau Jeugdzorg en Jeugdzorgaanbod samengevoegd tot één voorziening Jeugdzorg. In 2008 is de voorziening omgezet in een doeluitkering. |
Specifieke spelregels | Op grond van het tijdelijke besluit uitkeringen Jeugdzorg zijn de in enig jaar niet bestede gelden geoormerkt voor besteding in de jeugdzorg. Op grond van dit besluit is eveneens voorgeschreven dat de over de niet bestede middelen genoten rente beschikbaar moet zijn voor de realisatie van de doeleinden in de jeugdzorg. |
Verwachte einddatum | Na definitieve vaststelling Rijksdoeluitkering Jeugdzorg. Dit is in ieder geval t/m 2015. |
Bestedingsplan | Het restant van de doeluitkering moet terug betaald worden aan het Rijk. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | De verantwoording over de verleende subsidies 2014 zullen in de loop van 2015 binnenkomen. De resultaten hiervan zullen via de SISA bijlage bij het Jaarverslag worden gerapporteerd aan het Rijk. |
Brede doeluitkering verkeer en vervoer.
Soort | Doeluitkering. |
Ingesteld op | Besluit PS/2005/14 van Provinciale Staten van Overijssel op 20 september 2005. |
Doel | De Wet brede doeluitkering verkeer en vervoer is in 2005 in werking getreden. Met deze wet wordt beoogd om een belangrijke verbetering te bereiken in de realisering van het verkeer- en vervoerbeleid op regionaal niveau in samenhang met dat op landelijk niveau. Uitgangspunt is dat het regionale niveau zelf een integrale afweging kan maken van maatregelen en de daarvoor in te zetten middelen. De diverse geldstromen op het gebied van verkeer en vervoer, die van het Rijk naar de decentrale overheden gaan, worden met de komst van de Wet brede doeluitkering verkeer en vervoer gebundeld en ontschot. Deze rijksbijdrage is bestemd voor de voorbereiding en uitvoering van het provinciale verkeer- en vervoerbeleid. De provincie krijgt ruimte om integrale afwegingen te maken, maatwerkoplossingen uit te werken en prioriteiten te stellen (in tijd en uitgavencategorieën). De provincie overlegt daarover met gemeenten en andere belanghebbende. De afschaffing van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen+ per 1-1-2015 heeft tot gevolg dat taken en bevoegdheden zijn overgenomen van de Regio Twente. Het gaat daarbij om de verantwoordelijkheid voor het regionaal mobiliteitsbeleid, de verantwoordelijkheid voor het regionaal openbaar vervoer in Twente en de taak van verdeling van het huidige Twentse deel van de structurele Wet brede doeluitkering verkeer en vervoer-inkomsten. |
Specifieke spelregels | De doeluitkering wordt gevoed met de jaarlijkse rijksbijdrage voor de Wet brede doeluitkering verkeer en vervoer. De lasten van de Wet brede doeluitkering verkeer en vervoer-projecten worden jaarlijks ten laste van de doeluitkering gebracht. Omdat de jaarlijkse Wet brede doeluitkering verkeer en vervoer-rijksbijdrage niet toereikend is om de Wet brede doeluitkering verkeer en vervoer-uitgaven (die voornamelijk uit openbaar vervoer exploitatielasten bestaan) te dekken, zijn via PS besluit PS/2013/865 de kaders vastgesteld voor de herijking Openbaar Vervoer-tactiek. De herijking Openbaar Vervoer-tactiek heeft als doel het realiseren van een begrotingsevenwicht in 2018, waarvoor Provinciale Staten voor de jaren 2015 - 2018 een ombouwbudget voor het Openbaar Vervoer beschikbaar heeft gesteld van € 30 miljoen. Aanvullend is er voor de jaren 2015 - 2017 jaarlijks € 2 miljoen beschikbaar gesteld om een goede oplossing voor de onderkant van de markt te kunnen ontwikkelen. |
Verwachte einddatum | 01-01-2016 |
Bestedingsplan | Ja |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | De doeluitkering bevat een risicobuffer van € 13 miljoen om tekorten mee op te vangen in het openbaar vervoer. |
Toelichting | Met ingang van 2016 schaft het Rijk de 'Brede doeluitkering Verkeer en Vervoer' af. Daar komt een decentralisatieuitkering verkeer en vervoer, dat via het provinciefonds loopt, voor in de plaats. Dit volgt uit de Wet afschaffing plusregio’s (Tweede Kamer 2012-2013, 33 659 nr. 2). Het saldo van de doeluitkering bestaat thans uit de middelen voor West Overijssel en Twente. Hier drukken nog verplichtingen op die in het verleden zijn aangegaan. Wanneer hier betalingen uit volgen, zullen deze middelen aan de doeluitkering worden onttrokken. Vooralsnog zijn die nog niet voorzien in 2016. |
Doeluitkering Verbetering N34.
Soort | Doeluitkering. |
Ingesteld op | Besluit PS/2007/2 van Provinciale Staten van Overijssel op 7 februari 2007. |
Doel | De doeluitkering verbetering N34 is ingesteld om de met het Rijk afgesproken verbeteringen van de N34 uit te kunnen voeren. |
Specifieke spelregels | Verplichte rentetoevoeging van 4,5% per jaar over beginsaldo per 1 januari. |
Verwachte einddatum | Geen specifieke einddatum. Einddatum ligt bij afronding project. |
Bestedingsplan | Ja. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | De van het Rijk ontvangen afkoopsom van € 12,5 miljoen is in 2007 in de voorziening gestort. In 2008 heeft op basis van de nieuwe BBV-regels een verdeling plaatsgevonden tussen het verplichte deel van de verbeteringen (als overeengekomen met het Rijk) en de extra maatregelen die de provincie daar zelf extra wilde nemen. Het verplichte deel van de voorziening is omgezet in een doeluitkering en bedroeg begin 2008 € 9,8 miljoen. Het project N34 wordt met diverse financieringsbronnen gedekt. Doordat andere bronnen eerst worden aangewend, volgt voor het eerst in 2017 een onttrekking aan de doeluitkering N34 van € 2,3 miljoen en in 2018 een onttrekking van € 12,8 miljoen. |
Doeluitkering Europese programma's.
Soort | Doeluitkering. |
Ingesteld op | Besluit PS/2013/377 van Provinciale Staten van Overijssel op 3 juli 2013. |
Doel | De doeluitkering bevat middelen ten behoeve van uitvoering van Europese programma’s voor economische structuurversterking 1997 - 1999 en 2000 - 2006. Deze middelen werden tot de Monitor Overijssel 2013-I in de balans opgenomen als ‘voorziening Europese Programma’s’. Afwikkeling van de doeluitkering wacht op de definitieve vaststelling en afrekening door EC en EZ van voornoemde programma’s. |
Specifieke spelregels | De beschikbare middelen zijn bedoeld voor de uitvoering Europese programma’s ten aanzien van economische structuurverstreking over het tijdvak 1997 - 2006. |
Verwachte einddatum | Geen einddatum bepaald. |
Bestedingsplan | n.v.t. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Afwikkeling van deze doeluitkering vindt plaats bij de eindafrekening. Tot die tijd wordt rente bijgeschreven. |
Doeluitkering Geluidssanering NaNOV.
Soort | Doeluitkering. |
Ingesteld op | Besluit PS/2004/53 van Provinciale Staten van Overijssel op 17 maart 2004. Bij besluit PS/2013/377 omgezet van voorziening naar doeluitkering. |
Doel | De doeluitkering is bedoeld om tijdsverschillen te overbruggen tussen het moment van ontvangst van de rijksmiddelen en het moment van besteding daarvan, voor het plaatsen van geluidsschermen in het kader van NaNOV geluidssaneringsprojecten spoorlijnen. |
Specifieke spelregels | Zie besluit PS/2004/53. |
Verwachte einddatum | De geplande financiële afhandeling van de laatste geluidssanering is medio 2018, daarna volgt de eindverantwoording van de Rijksmiddelen. Vervolgens kan de doeluitkering worden opgeheven. |
Bestedingsplan | Over de voortgang van de projecten wordt per kwartaal gerapporteerd met daarin opgenomen de bestedingen per project versus begroot / aanbesteding en de verwachte einddatum van een project. |
Vrije ruimte | - |
Onderdeel weerstandsvermogen | - |
Toelichting | Naar verwachting wordt in 2016 een rijksbijdrage ontvangen van ruim € 820.000. De kosten voor de geluidsschermen worden geraamd op € 1,4 miljoen, dit bedrag zal worden onttrokken. |