verbinden, versterken en vernieuwen

Begroting 2016

4.2 Actualisering budgettair perspectief

4.2.1 Samenvatting uitkomsten actualisering

De basis voor de actualisering van het budgettaire perspectief wordt gevormd door de vastgestelde begrotingssaldi uit het budgettaire perspectief, zoals gepresenteerd in de Kerntakenbegroting 2015 (PS/2014/714).

Ten opzichte van het bij de Kerntakenbegroting 2015 gepresenteerde budgettair perspectief zijn de belangrijkste mutaties:
- Monitor Overijssel 2014-II (PS/2014/898) en de monitor Overijssel 2015-I (PS/2015/456).
- Optimalisering provinciale financiën (PS/2014/1051).
- Jaarstukken 2014 (PS/2015/150).
- Verwerking Coalitie-akkoord / Perspectiefbrief 2016.
- Verwerking van de meicirculaire.
- Actualisering rentebaten obligatieportefeuille
Deze en andere mutaties worden in paragraaf 4.2.2 toegelicht.

Om de Begroting 2016 te laten sluiten, wordt het saldo van 2016 toegevoegd aan de Algemene Reserve. De meerjarige saldi zijn onderhevig aan toekomstige besluitvorming.

Hierna volgen overzichten met achtereenvolgens het structurele, het incidentele en het totale budgettair perspectief.

Structureel budgettair perspectief

(x € 1.000)

2016

2017

2018

2019

Structurele saldi conform Kerntakenbegroting 2015

17.600

14.215

13.091

13.091

Actualisering begroting

Recente besluitvorming

21.768

18.243

14.687

12.062

Autonome ontwikkelingen

-5.904

-5.925

-5.075

-4.585

Overige mutaties

444

11.112

1.542

-3.301

Actualisering bestaand beleid

30

-25

-187

-190

Beleidsintensiveringen

Nieuw structureel saldo1

33.938

37.620

24.058

17.077

1

Hieruit blijkt dat de meerjarenraming een positief structureel saldo heeft.

Incidenteel budgettair perspectief

(x € 1.000)

AR2

2016

2017

2018

2019

Incidentele saldi conform Kerntakenbegroting 2015

75.347

27.761

27.471

25.942

25.942

Actualisering begroting

Recente besluitvorming

43.252

-24.155

-24.018

-21.328

-18.952

Autonome ontwikkelingen

-116

-100

-1.425

-100

Overige mutaties

205

-10.157

-1.245

-4.001

Actualisering bestaand beleid

47.721

860

907

1.056

1.059

Beleidsintensiveringen

-180.045

-19.087

-18.265

-17.275

-18.020

Nieuw incidenteel saldo exclusief mutaties AR

-13.725

-14.532

-24.162

-14.275

-14.072

Mutatie vrije ruimte AR

19.406

-19.406

Nieuw incidenteel saldo

5.681

-33.938

-24.162

-14.275

-14.072

2

Algemene reserve

Budgettair perspectief

(x € 1.000)

AR

2016

2017

2018

2019

Saldi conform Kerntakenbegroting 2015

75.347

45.361

41.686

39.033

39.033

Actualisering begroting

Recente besluitvorming

43.252

-2.387

-5.775

-6.641

-6.890

Autonome ontwikkelingen

-6.020

-6.025

-6.500

-4.685

Overige mutaties

649

955

297

-7.302

Actualisering bestaand beleid

47.721

890

882

869

869

Beleidsintensiveringen

-180.045

-19.087

-18.265

-17.275

-18.020

Beschikbare budgettaire ruimte

-13.725

19.406

13.458

9.783

3.005

Mutatie vrije ruimte AR

19.406

-19.406

Nieuw budgettair perspectief

5.681

13.458

9.783

3.005

4.2.2 Toelichting op de mutaties in het budgettair perspectief

Autonome ontwikkelingen

Autonome ontwikkelingen

(x € 1.000)

2016

2017

2018

2019

Totaal structurele mutaties

-5.904

-5.925

-5.075

-4.585

Totaal incidentele mutaties

-116

-100

-1.425

-100

Totaal mutaties

-6.020

-6.025

-6.500

-4.685

-

Structurele autonome ontwikkelingen

(x € 1.000)

2016

2017

2018

2019

Effecten CAO 2012 -2015

-345

-344

-343

-343

Opcenten motorrijtuigenbelasting

500

500

500

500

Actualisering rentebaten obligatieportefeuille

-1.886

-1.908

-1.059

-569

Provinciefonds - meicirculaire 2015 (incl. uitname Jeugdzorg)

-3.047

-3.047

-3.047

-3.047

Actualisering fractievergoedingen

-26

-26

-26

-26

Effecten Bouwbesluit 2012 (PS/2014/897) 2016 - 2019

-1.100

-1.100

-1.100

-1.100

Totaal structurele mutaties

-5.904

-5.925

-5.075

-4.585

Incidentele autonome ontwikkelingen

(x € 1.000)

2016

2017

2018

2019

Dividend BNG

-100

-100

-100

-100

Actualisering rentebaten obligatieportefeuille

-16

-1.325

Afwikkeling escrow Essent

p.m.

Totaal incidentele mutaties

-116

-100

-1.425

-100

Structurele autonome ontwikkelingen

Effecten CAO 2012 - 2015

Voor de periode 1 juni 2012 tot en met 31 december 2015 geldt een nieuwe CAO. Onderdeel daarvan is onder andere een structurele salarisverhoging per 1 januari 2015 van 2% en per 1 juli 2015 van 1%.

Opcenten motorrijtuigenbelasting

In het coalitieakkoord is afgesproken dat de opcenten op de motorrijtuigenbelasting bevroren blijven op het huidige tarief. Wij hebben de ramingen van de inkomsten Motorrijtuigenbelasting bijgesteld.

Actualisering rentebaten obligatieportefeuille

Bij het opstellen van deze begroting zijn de rendementen van de obligatieportefeuille geactualiseerd naar de stand van ultimo juli 2015. In 2015 zijn enkele aan- en verkopen gedaan om te kunnen blijven voldoen aan het mandaat, waarbij de aangekochte stukken een lager couponrendement kennen dan de verkochte stukken. Hierdoor ontstaat vanaf 2016 een structurele tegenvaller van achtereenvolgens € 1,9 miljoen, € 1,9 miljoen, € 1,1 miljoen en € 0,6 miljoen. De incidentele bedragen betreffen tegenvallers in de vrijval van disagio die al in 2015 gerealiseerd is bij genoemde verkopen.

Provinciefonds - meicirculaire

Jaarlijks ontvangen wij in het voorjaar een circulaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (‘de meicirculaire’) waarin de ontwikkelingen met betrekking tot het provinciefonds en de overige rijksuitkeringen worden geschetst. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de provinciale financiën.

Algemene uitkering Provinciefonds (PF)
De berekening voor het jaar 2016 is in ons budgettair perspectief nu een kopie van de berekening voor 2015, behalve dan dat er al wel rekening is gehouden met het verminderen van het aantal provincies. Dit is een structurele korting van € 0,4 miljoen in 2015 oplopend tot circa 2,4 miljoen in 2020.
De neerwaartse bijstelling van de algemene uitkering van 2016 die wij verwerken is € 3,1 miljoen. Hiervan hebben we € 6,7 miljoen opgenomen als PM post in ons budgettair perspectief, wat betekent dat er voor 2016 een positief effect op ons perspectief is van € 3,6 miljoen. Dit effect bestaat voor circa € 1,1 miljoen uit accres en € 2,5 miljoen uit de Motorrijtuigenbelasting.

De inkomsten van de  opcenten Motorrijtuigenbelasting zijn vanaf 2014 voor alle provincies fors gestegen omdat de vrijstelling voor energiezuinige auto’s is opgeheven. Dit betekent dus een stijging voor de opbrengst per opcent. De stijging voor Overijssel is lager dan het landelijk gemiddelde, waardoor deze wijziging een positief herverdeeleffect voor Overijssel oplevert (via het Provinciefonds) van circa € 2,5 miljoen. De prognose van de Belastingdienst voor 2015 is hier als uitgangspunt genomen, verhoogd met 1%.

Accres
Voor de meerjarige ramingen van de accressen blijven wij de werkwijze hanteren waarbij we alleen de mutatie van het accres in het eerstkomende begrotingsjaar verwerken en meerjarig  doortrekken. Bij de Begroting 2016 betekent dit dat we het begrotingsjaar 2016 verwerken en dit meerjarig doortrekken. Hierbij maken we de aantekening dat in de circulaire voor 2017 een daling aangekondigd wordt van circa € 1,0 miljoen voor Overijssel. Deze nemen wij nu niet mee. Wanneer deze daling van het accres daadwerkelijk plaatsvindt, zal de budgettaire ruimte in 2017 en volgende jaren met € 1,0 miljoen meer afnemen dan nu getoond.

De meerjarige effecten van minder provincies (circa € 0,4 miljoen per jaar) en de effecten van de kosten van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (circa € 0,4 miljoen in 2018) zijn eerder al verwerkt in de raming van de algemene uitkering.

Inputfinanciering handelsregister
Voorafgaand aan de invoering van de structurele inputfinanciering Handelsregister heeft het
Ministerie van EZ, in samenwerking met alle partijen in de Gebruikersraad Handelsregister,
een pilot uitgevoerd om ervaring op te doen met deze financiële systematiek. Het meergebruik Handelsregister door provincies in 2012 en 2013 betrof in totaal € 34.000. De eerder afgesproken uitname uit het provinciefonds van € 70.000 structureel wordt daarom verhoogd met € 7.000 per jaar in 2015 tot en met 2018 en met € 6.000 in 2019. De bedragen worden uitgenomen via de uitkeringsfactor. Het effect voor Provincie Overijssel is nihil.

Generieke digitale infrastructuur
Binnen de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI; onder andere DigiD, eID, Digipoort en MijnOverheid) zijn tekorten ontstaan, die door der gebruikers worden opgevangen. In de Ministerraad van 6 maart 2015 is besloten de betrokken partijen aan te slaan naar de mate van gebruik (laag, midden en hoog) van de GDI-voorzieningen. De verwerking van de mutatie geschiedt via de maatstaf inwoners uit het cluster Bestuur. Het effect voor Overijssel is in 2015 circa € 40.000 en voor 2016 e.v. circa € 60.000 negatief.

Wijzigingen integratie- en decentralisatie–uitkeringen 2015 ev.

In de circulaire staat een aantal wijzigingen over de integratie- en decentralisatie-uitkeringen aangekondigd. Het gaat hierbij om bijdragen van het rijk voor bepaalde doelen:

  • De decentralisatie-uitkering Bodemsanering 2015 is € 6,7 miljoen. Ook voor de periode 2016 tot en met 2020 hebben wij een convenant afgesloten. Voor 2016 ontvangen we € 7,1 miljoen, 2017 € 6,1 miljoen, 2018 tot en met 2020 € 1,1 miljoen per jaar.
  • De verdeling van de middelen voor Natuur voor 2016 is € 42,35 miljoen voor Overijssel.
  • Met ingang van 2016 maken de voor de provincies bestemde middelen uit de Brede Doeluitkering (BDU) Verkeer en vervoer onderdeel uit van het provinciefonds. Ter voorkoming van herverdeeleffecten wordt het budget toegekend op basis van de bestaande verdeling van de BDU-middelen. De incidentele financiële bijdragen aan projecten worden vanaf 2016 via een afzonderlijke decentralisatie-uitkering verstrekt (zie bijlage voor bedragen per jaar). We verwachten dat de bedragen van de BDU niet aangepast worden volgens de trap op – trap af systematiek, maar dat ligt nog niet helemaal vast in afwachting van de uitkomsten van de commissie Jansen.
  • De provincies en het ministerie van EZ voeren in 2015 gezamenlijk het instrument MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) uit. Het ministerie van EZ stelt hiervoor € 15 miljoen beschikbaar aan de deelnemende provincies. De verdeling over de provincies volgt later.

De bovenstaande wijzigingen hebben geen direct effect op het budgettair perspectief. In de huidige werkwijze zetten we de decentralisatie- en integratie uitkeringen volledig in voor het doel dat daar door het Rijk aan is gekoppeld.

Actualisering fractievergoedingen
Na de provinciale verkiezingen is het aantal fracties toegenomen, het budget is hierop aangepast.

Effecten Bouwbesluit 2012
In het Beheerplan infrastructurele kapitaalgoederen provincie (PS/2014/897) hebben we opgenomen dat het aanvullend benodigde bedrag door de vertaling van het Bouwbesluit 2012 voor kunstwerken van € 4,4 miljoen (4 jaar x € 1,1 miljoen per jaar) we als financiële opgave meenemen bij de Begroting 2016.

Incidentele autonome ontwikkelingen

Dividend BNG

Bij haar Jaarverslag 2014 heeft BNG gemeld dat het renteresultaat als gevolg van de aanhoudend lage rentes naar waarschijnlijkheid een structureel lager niveau zal kennen. Daarnaast zullen de kapitaalbuffers versterkt moeten worden als gevolg van nieuwe regelgeving. Voorzichtigheidshalve ramen wij het dividend af naar nihil.

Actualisering rentebaten obligatieportefeuille
Zie structureel

Afwikkeling Escrow Essent

Er is nog geen duidelijkheid over de afwikkeling van de Escrow voor de Essent-middelen. In het coalitieakkoord 2015 - 2019 zijn afspraken gemaakt over de benutting van deze mogelijke vrijval. Gelet op de onzekerheid omtrent de (omvang van de) meevaller is deze post als p.m. in het budgettair perspectief opgenomen.

Overige mutaties

Overige mutaties

(x € 1.000)

AR

2016

2017

2018

2019

Totaal structurele overige mutaties

444

11.112

1.542

-3.301

Totaal incidentele overige mutaties

205

-10.157

-1.245

-4.001

Totaal mutaties

649

955

297

-7.302

Structurele overige mutaties

(x € 1.000)

2016

2017

2018

2019

Indexering

-123

-121

-121

-115

Toevoegen jaarschijf 2019

-3.229

Actualisering afschrijvingslasten

521

1.034

992

-237

Actualisering rente doeluitkeringen

72

17

-534

-1

Actualiseren ramingen verkeer en vervoer

-26

10.183

1.206

281

Afrondingen

-1

-1

Totaal structurele mutaties

444

11.112

1.542

-3.301

Incidentele overige mutaties

(x € 1.000)

AR

2016

2017

2018

2019

Toevoegen jaarschijf 2019

-3.802

Actualisering rente reserves

206

54

-12

109

Actualiseren ramingen verkeer en vervoer

-2

-10.211

-1.234

-308

Afrondingen

1

1

Totaal incidentele mutaties

205

-10.157

-1.245

-4.001

Structurele overige mutaties

Indexering
In de Begroting 2016 indexeren we de programmalasten met 0,2%. Dat is de verwachte prijsstijging in 2015. In het budgettair perspectief van de Perspectiefbrief 2016 was een percentage van 0,4 genoemd. Het laatste percentage is gebaseerd op een oude definitie van inflatie. De nieuwe standaard van het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Centraal Planbureau (harmonized index of consumer prices) sluit aan bij de Europese definities en hebben we gebruikt bij het opstellen van deze begroting. Het effect daarvan is dat de indexeringen in de periode 2016 tot en met 2019 licht lager uitvallen dan wij bij de Perspectiefbrief 2016 hebben aangegeven.

Toevoegen jaarschijf 2019
Het toevoegen van de jaarschijf 2019 levert per saldo een negatief effect op van € 7,0 miljoen. Dit is een min van € 3,2 miljoen structureel (grotendeels veroorzaakt door de afloop van de obligatieportefeuille) en een min van € 3,8 miljoen incidenteel (eveneens voornamelijk obligatieportefeuille).

Actualisering afschrijvingslasten

Deze mutatie bestaat uit de actualisering van de investeringskredieten in materiële vaste activa en de daarmee samenhangende afschrijvingslasten.

Actualisering rente doeluitkeringen

Dit is de actualisering van de rentetoevoeging aan de Doeluitkering verbetering N34.

Actualisering ramingen verkeer en vervoer

Met ingang van 2016 maken de voor de provincies bestemde middelen uit de Brede Doeluitkering (BDU) Verkeer en vervoer onderdeel uit van het provinciefonds. De ontvangst in het provinciefonds alsmede de lasten in de exploitatie worden aangemerkt als structureel. De toevoeging en de onttrekking aan de reserve Verkeer en Vervoer worden aangemerkt als incidenteel. Wanneer de onttrekking in enig jaar afwijkt van de toevoeging ontstaat er een afwijking tussen incidenteel en structureel. Deze afwijking wordt in het budgettair perspectief gecorrigeerd.

Afrondingen
De presentatie van de begroting in duizenden euro's leidt tot afrondingsverschillen. Met deze regel sluit het budgettair perspectief weer aan op het administratief systeem.

Incidentele overige mutaties

Toevoegen jaarschijf 2019

Zie structureel.

Actualisering rente reserves

Dit is de actualisering van de rentetoevoeging aan de reserve Europese programma's, reserve provinciale infrastructuur en de reserve waterwegen.

Actualisering ramingen verkeer en vervoer

Zie structureel.

Afrondingen
Zie structureel.

Actualisering bestaand beleid

Actualisering bestaand beleid

(x €

1.000)

AR

2016

2017

2018

2019

Totaal structurele mutaties

30

-25

-187

-190

Totaal incidentele mutaties

47.721

860

907

1.056

1.059

Totaal mutaties

47.721

890

882

869

869

Actualisering structureel bestaand beleid

(x €

1.000)

2016

2017

2018

2019

Actualisering bestedingsritme Omgevingsvisie

-50

-50

-50

-50

Actualisering legesverordening

80

25

-137

-140

Totaal structurele mutaties

30

-25

-187

-190

Actualisering incidenteel bestaand beleid

(x €

1.000)

AR

2016

2017

2018

2019

Actualisering Energiefonds

20.000

Actualisering Leefomgeving

1.000

Mobiliteit (Knelpunten N35 en beheer & onderhoud)

6.250

Natuur en landbouw

4.000

Vrijval dossier Breedband

16.471

Actualisering legesverordening

-240

-193

-44

-41

Actualisering lasten EHS

1.100

1.100

1.100

1.100

Totaal incidentele mutaties

47.721

860

907

1.056

1.059

Actualisering structureel bestaand beleid

Actualisering bestedingsritme Omgevingsvisie

Voor de herziening en actualisatie van de Omgevingsvisie zijn structurele middelen in de begroting beschikbaar gesteld. Voor de periodieke herziening zou eens in de 4 jaar € 0,2 miljoen extra budget nodig zijn. Verder is voor het actueel houden van de Omgevingsvisie jaarlijks een bedrag begroot van € 0,1 miljoen. Gezien het kostenverloop van de afgelopen jaren wordt voorgesteld de extra beschikbare middelen, voor herziening eens per 4 jaar, structureel over de jaren te verdelen. Dit betekent dat de begrote lasten jaarlijks structureel met € 50.000 worden verhoogd.

Actualisering legesverordening

Voor 2016 zijn de tarieven in de Belastingverordening herijkt. Dit heeft geleid tot een voorstel tot aanpassing van enkele tarieven, welke terug te vinden zijn in het Statenvoorstel Belastingverordening 2016 (PS/2015/701). Deze aanpassingen leiden per saldo (structureel plus incidenteel) tot € 160.000 minder inkomsten uit leges en heffingen in 2016.

Actualisering incidenteel bestaand beleid

Actualisering incidenteel bestaand beleid (totaal € 47,7 miljoen)
In het coalitieakkoord 2015-2019 ‘Overijssel Werkt!’ is een extra investeringsimpuls opgenomen van € 244,3 miljoen. Zoals in het Statenvoorstel uiteen is gezet, is dit bedrag nu aangepast naar € 242,7 miljoen.

Om voldoende dekking te hebben voor de investeringsimpuls, is binnen het investeringsprogramma Kracht van Overijssel en de fondsen een heroverweging doorgevoerd van € 31,25 miljoen. Daarnaast is rekening gehouden met een meevaller van Breedband van € 16 miljoen. In de herziening van de subsidieregeling Breedband is de meevaller vastgesteld op € 16,5 miljoen. De totale actualisatie van het bestaand beleid bedraagt hiermee totaal € 47,7 miljoen.

Opgave

Bedrag

Omschrijving

Leefomgeving

      1.000.000

Gebiedsontwikkeling Innovatiedriehoek

Mobiliteit

      6.250.000

Rijkswegen

Natuur en Landbouw

      4.000.000

Frictiekosten decentralisatie natuurbeleid

Energie en duurzaamheid

     20.000.000

Energiefonds

Totaal

   31.250.000

In het Coalitieakkoord is vermeld dat deze heroverweging € 5 miljoen hoger zou zijn en € 36,25 miljoen zou bedragen. Voor dit bedrag van € 5 miljoen was nog geen dekking aangewezen. Inmiddels is er sinds juni j.l. een nieuw zicht op de budgettaire situatie, onder andere door vaststelling van het Jaarverslag 2014 en de Monitor 2015-I. Bij de voorbereiding van deze Begroting 2016 is duidelijk geworden dat de vrije ruimte in de algemene reserve en de meerjarige begroting hoger is dan ten tijde van de coalitiebesprekingen bekend was.

Alles overwegend hebben wij er voor gekozen de nog in te vullen € 5 miljoen heroverweging voor diverse projecten ten laste te brengen van de beschikbare ruimte in het budgettair perspectief. Dit is nu verwerkt in de voorliggende begroting.

Actualisering Energiefonds
In het coalitieakkoord zijn afspraken gemaakt over het Energiefonds. Het tempo van financiering vanuit het Energiefonds (vanwege wijzigingen op de financieringsmarkt) is lager dan bij de start verondersteld. Daarom wordt de maximale omvang van het Energiefonds verlaagd van € 250 miljoen naar € 200 miljoen. Van de verlaging van het Energiefonds met € 50 miljoen wordt € 30 miljoen ingezet voor het programma Nieuwe Energie en € 20 miljoen valt vrij naar de algemene reserve (onderdeel van de heroverweging). Tevens is afgesproken dat het Energiefonds revolverend wordt, waardoor extra investeringsruimte wordt gecreëerd.

Breedband
In het Coalitieakkoord is een korting op het Breedbandbudget aangekondigd van € 16,5 miljoen. Dit werd mogelijk doordat enerzijds de markt (Cogas) heeft aangekondigd zonder subsidie een belangrijk deel van de buitengebieden in Overijssel te gaan verglazen. Anderzijds is naar voren gekomen dat het verstrekken van garanties een meer passend financieringsinstrument is voor lokale initiatieven dan leningen door de provincie. Als gevolg daarvan zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd in de reserves. Een bedrag van € 8,1 miljoen binnen de Uitvoeringsreserve KvO valt vrij, alsmede een bedrag van € 33,9 miljoen uit de Algemene financieringsreserve (AFR). Daartegenover wordt een dotatie aan de Algemene risicoreserve (ARR) voorgesteld van € 25,5 miljoen ter afdekking van mogelijke risico’s als gevolg van garantieverstrekkingen.

Actualisering legesverordening

Zie structureel.

Actualisering lasten Ecologische Hoofdstructuur (EHS)

Door het Decentralisatieakkoord natuur van september 2011 zijn op 1 maart 2015 circa 400 fte’s van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) overgegaan de provincies. Het Provinciefonds is voor het jaar 2015 met circa € 34,2 miljoen en vanaf 2016 met structureel € 41,0 miljoen verhoogd. Dit bedrag is opgeplust bij de decentralisatie-uitkering Natuur. Voor Overijssel is dit voor 2015 € 3,875 miljoen en vanaf 2016 € 4,65 miljoen. Bij de monitor Overijssel 2014-I is hiervan het grootste deel begroot voor de personeelslasten en ten behoeve van de transitie voor 2015 wordt € 0,9 miljoen en vanaf 2016 € 1,1 miljoen geboekt op onvoorzien.  Deze reservering van € 1,1 miljoen op onvoorzien komt bij de Begroting 2016 te vervallen.

Beleidsintensiveringen

Incidentele beleidsintensiveringen

(x € 1.000)

AR

2016

2017

2018

2019

Nieuwe / aanvullende initiatieven Coalitieakkoord

-170.045

-19.087

-18.265

-17.275

-18.020

Geoormerkt voor nieuwe collegeperiode

-10.000

Totaal incidentele mutaties

-180.045

-19.087

-18.265

-17.275

-18.020

Incidentele beleidsintensiveringen

Uitwerking coalitieakkoord 'Overijssel Werkt!'

In het coalitieakkoord is een extra investeringsimpuls opgenomen van € 244,3 miljoen, inmiddels bijgesteld tot € 242,7 miljoen. De extra investeringsimpuls is opgenomen bij de incidentele beleidsintensiveringen. Er wordt een bedrag van € 170 miljoen gedekt vanuit de algemene reserve en € 72,7 miljoen vanuit de jaarschijven 2016 tot en met 2019.

Het deel van de investeringsimpuls dat ten laste is gebracht van de jaarschijven is een indicatieve verdeling over de jaarschijven. Bij de uitwerking van de investeringsvoorstellen in de komende periode moet rekening worden gehouden met deze toedeling over de jaarschijven.

Geoormerkt voor nieuwe Collegeperiode
We hebben de opdracht gekregen om voor de volgende collegeperiode € 40 miljoen beschikbaar te hebben voor opgaven die dan om aandacht vragen. We hebben ervoor gekozen om alvast € 10 miljoen van de investeringsruimte onbenut te laten. De € 10 miljoen is beschikbaar in de Algemene Reserve en maakt deze collegeperiode geen onderdeel uit van de vrije ruimte in het budgettair perspectief. De stand van de Algemene reserve bedraagt aan het eind van deze periode minimaal € 10 miljoen.

publicatiedatum 02-11-2015 10:30